8. Koppel de kabels van het beeldscherm, het aan/uit-lampje en de camera los van hun systeemkaartconnectoren en verwijder ze voorzichtig uit hun
geleiders.
9. Verwijder de vier schroeven (twee aan iedere kant) waarmee het beeldscherm aan de computer is bevestigd.
10. Til het beeldscherm van de computer.
KENNISGEVING:
U voorkomt schade aan het beeldscherm door het Edge-to-Edge-beeldscherm niet uit elkaar te halen.
1 schroeven (totaal 4; 2 aan elke kant)
3 kabelconnector aan/uit-lampje
5 aardingsschroef beeldschermkabel
Het beeldscherm terugplaatsen
KENNISGEVING:
U voorkomt schade aan het beeldscherm door het Edge-to-Edge-beeldscherm niet uit elkaar te halen.
1. Breng het beeldscherm op de juiste plaats en breng de vier schroeven aan (twee aan iedere zijde) die het beeldscherm vastzetten.
2. Plaats de aardingsschroef van de beeldschermkabel terug waarmee de beeldschermaardingskabel aan de systeemkaart is bevestigd.
3. Schuif de minikaartantennekabels door de systeemkaart en in hun geleiders.
4. Sluit de minikaartkabels weer op de minikaart aan, indien van toepassing (zie
5. Leid de kabels van het aan/uit-lampje en van de camera door de geleiders en sluit de kabels aan op de juiste systeemkaartconnectoren.
6. Plaats het optische station terug (zie
7. Plaats de polssteun terug (zie
KENNISGEVING:
Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven opnieuw aanbrengen en vastzetten en controleren of er geen losse
schroeven in de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.
Terug naar inhoudsopgave
2 treklipje beeldschermkabel
4 camerakabelstekker
Het optische station
terugplaatsen).
De polssteun
terugplaatsen).
De minikaart
vervangen).