Cod. 006.0001.1520
29/05/2020 V.2.10
NEDERLANDS
• B-LEVEL
○ De parameter maakt een bijzondere werking van de toortsschakelaar mogelijk.
○ Door de toortsschakelaar in te drukken en meteen weer los te laten tijdens het lassen (2 takt) gaat
de machine over van de hoofdstroom naar de secundaire stroom.
○ Door de toortsschakelaar in te drukken en weer los te laten, gaat het lasapparaat over van de secun-
daire stroom naar de hoofdstroom. Deze overgang kan zo veel keer gebeuren als de bediener dit wenst.
○ Druk de toortsschakelaar langere tijd in om de lascyclus (3 takt) af te sluiten. Bij het loslaten wordt
de las gesloten (4 takt).
• START 3LEV
• Start werking op 3 niveaus
○ De parameter regelt de draadaanvoersnelheid op het 1
voerde draadaanvoersnelheid voor het lassen (2
○ De tijd wordt bepaald door de bediener op basis van de duur waarop hij de toortsschakelaar in-
drukt tijdens de 3 takt.
○ Het is nuttig om het lassen te beginnen met een andere warmte-inbreng dan bij een normale
lasbewerking.
○ Hoge waarden (bv. 130 %) zijn over het algemeen vereist voor aluminiumlegeringen voor het
creëren van het smeltbad.
• CRATER 3LEV
• Krater werking op 3 niveaus
○ De parameter regelt de draadaanvoersnelheid op het 3
voerde draadaanvoersnelheid voor het lassen (2
○ De tijd wordt bepaald door de bediener op basis van de duur waarop hij de toortsschakelaar in-
drukt tijdens de 3 takt.
○ Het is nuttig om het lassen te beginnen met een andere warmte-inbreng dan bij een normale
lasbewerking.
○ Deze functie wordt over het algemeen vereist voor aluminiumlegeringen waar de eindkrater ge-
sloten moet worden.
- Gevolg van het verlagen van de waarde:
• Minder vorming van de eindlaskrater (crater filler).
• RAMP 3LEV 1
• Beginhelling werking op 3 niveaus
○ De parameter regelt de tijd van de helling van de overgang tussen het HOT START-niveau en het
lasniveau.
○ De invoer hangt af van de specifieke eisen van de lasser.
○ In het merendeel van de toepassingen zijn waarden tussen 0.5 s en 1.0 s bruikbaar.
• RAMP 3LEV 2
• Eindhelling werking op 3 niveaus
○ De parameter regelt de tijd van de helling voor de overgang tussen het lasniveau en het kratervulniveau.
○ De invoer hangt af van de specifieke eisen van de lasser.
○ In het merendeel van de toepassingen zijn waarden tussen 0.5 s en 1.0 s bruikbaar.
• FREQ 2PULS
• Frequentie van dubbel puls lassen
○ Deze parameter regelt de frequentie waarmee de twee met de parameter RANGE 2PULS inge-
stelde draadsnelheden afgewisseld worden.
○ De invoer hangt af van de specifieke eisen van de lasser.
○ De beste resultaten worden verkregen met frequenties van ongeveer 1.5 Hertz.
36
WELD THE WORLD
niveau in een percentage van de inge-
e
niveau).
e
niveau in een percentage van de inge-
e
niveau).
e
Pioneer Pulse 321MKS