Prosonic S FDU95
Installatievoorwaarden voor
flowmeting
Endress+Hauser
Andere voorwaarden
• De onderrand van de sensor moet zich in de tank bevinden
• Het maximale niveau mag niet tot binnen de blokafstand komen
Verschillende sensoren in één tank
Sensoren die zijn aangesloten op een gemeenschappelijke FMU90 of FMU95 transmitter kunnen in
één tank worden gebruikt.
Voorwaarden
• Monteer de sensor aan de bovenstroomse zijde boven het maximale bovenstroomse niveau H
plus de blokafstand BD
• Plaats de sensor in het midden van het kanaal of het schot
• Richt de sensor zodanig dat deze loodrecht op het wateroppervlak staat
• Houd de specifieke montage-afstand (vrije ruimte) aan ten opzichte van de kanaalvernauwing of
overstortrand
Zie de bedieningshandleiding voor FMU90 / FMU95
• Beveilig de sensor tegen zon en neerslag gebruik makend van een zonnedak
Voorbeeld: Khafagi-venturigoot
E
A
A
Khafagi-venturigoot
b
Breedte van de Khafagi-venturigoot
0
B
Bovenstroomse zijde
C
Benedenstroomse zijde
BD Blokafstand van de sensor
E
Leeginregeling (moet worden ingevoerd tijdens de inbedrijfname)
h
Maximaal bovenstrooms niveau
max
V
Debiet
B
BD
H
V
max
1 x b
0
b
0
max
C
A0036744
9