Installeren, instellen en configureren
Opmerkingen:
•
Als Stille modus is ingeschakeld, zijn auditieve alarmen uitgeschakeld. Deze instelling leidt ook tot
tragere printerprestaties.
•
Het volume neemt weer de standaardwaarde aan nadat de gebruiker de toegankelijkheidsmodus
verlaat of wanneer de printer uit de slaap- of sluimerstand wordt gehaald.
Gesproken wachtwoorden of pincodes inschakelen
1
Tik vanuit het beginscherm op Instellingen > Apparaat > Toegankelijkheid > Gesproken
wachtwoorden/pincodes.
2
Schakel de optie in.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
Het formaat en de papiersoort voor speciaal materiaal instellen
De laden detecteren automatisch het formaat van normaal papier. Voor speciaal materiaal zoals etiketten,
karton of enveloppen doet u het volgende:
1
Tik vanuit het beginscherm op Instellingen > Papier > Ladeconfiguratie > Papierformaat/-soort > selecteer
een papierbron.
2
Stel het formaat en de papiersoort in voor het speciale materiaal.
Instellingen voor Universal papier configureren
1
Ga vanaf het beginscherm naar Instellingen > Papier > Mediaconfiguratie > Universal-instelling.
2
Configureer de instellingen.
De instelling Meerdere universele formaten inschakelen
1
Tik in het startscherm op Instellingen > Apparaat > Onderhoud > Configuratiemenu > Ladeconfiguratie.
2
Schakel de instelling Meerdere universele formaten in.
Papier in de lade voor 520 vel plaatsen
LET OP: KANTELGEVAAR: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit van
de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden gesloten tot u ze nodig hebt.
1
Trek de lade uit de printer.
Opmerking: Trek geen laden naar buiten terwijl de printer aan het afdrukken is, om papierstoringen te
voorkomen.
41