Alarm vertraging DI2 (een onderbroken ingang geeft alarmmelding)
Tijdsinstelling is in minuten. Een minimale instelling betekent geen alarm.
Alarm vertraging DI3 (een onderbroken ingang geeft alarmmelding)
Tijdsinstelling is in minuten. Een minimale instelling betekent geen alarm.
Vertragingstijd voor pompalarm
Tijdsinstelling is in seconden. Een minimale instelling betekent geen alarm.
Bij kortstondig indrukken van de bovenste toets van de display verschijnt de alarm-
melding in het display en wordt het alarm gereset.
Diverse functies
Keuze toepassing
De regelaar kan op verschillende manieren gecon gureerd worden. De gewenste
toepassing wordt hier ingesteld.
1: S7 + 3-wegklep + stappenregeling ventilatoren
2: S7 + 3-wegklep + frequentieregeling ventilatoren
3: Pc + 3-wegklep + stappenregeling ventilatoren
4: Pc + 3-wegklep + frequentieregeling ventilatoren
5: S8 + stappenregeling ventilatoren
6: S8 + frequentieregeling ventilatoren
Sensortype (Sc3, S7 en S8)
Normaal worden Pt1000 sensors met grote nauwkeurigheid toegepast voor tempera-
tuurmeting, maar ook een PTC sensor mag worden toegepast (r25 = 1000) in speciale
situaties.
0=Pt1000
1=PTC1000
Bereik drukopnemer
Afhankelijk van de druk moet de juiste drukopnemer worden geselecteerd. Het bereik
moet worden ingesteld in de regelaar (bijv. -1 tot 34 bar). De waarden moeten in bar
worden ingesteld als het display °C weergeeft en in psig bij weergave in °F.
Pc minimum waarde
Pc maximum waarde
Gebruik van de DI4 ingang
De digitale ingang kan op een contact worden aangesloten en kan dan gebruikt
worden voor de volgende functies:
Instelling/functie:
0: DI ingang wordt niet gebruikt
1: Beveiligingssignaal van hoge drukbeveiliging. Als de ingang wordt onderbroken,
wordt alle capaciteit ingeschakeld. Er is geen tijdvertraging
Bedrijfstijden
De bedrijfstijden voor de ventilatorrelais kunnen in de volgende menu's worden
uitgelezen en ingesteld. De weergegeven waarden moeten met 1000 worden verme-
nigvuldigd; Bijv. 2,1 staat voor 2100 uur. Bij het bereiken van de waarde 99,9 stopt de
teller en moet worden gereset naar bijv. 0. Er wordt geen alarm gegenereerd in deze
situatie.
Waarde voor relais 7 (pomp 1)
Waarde voor relais 8 (pomp 2)
Koudemiddelinstelling (alleen als drukopnemer Pc is gemonteerd)
Voordat de regeling wordt gestart dient het juiste koudemiddel te worden ingesteld.
Er is keus uit de volgende koudemiddelen.
1=R12. 2=R22. 3=R134a. 4=R502. 5=R717. 6=R13. 7=R13b1. 8=R23. 9=R500.
10=R503. 11=R114. 12=R142b. 13=gebr.gedef. 14=R32. 15=R227. 16=R401A.
17=R507. 18=R402A. 19=R404A. 20=R407C. 21=R407A. 22=R407B. 23=R410A.
24=R170. 25=R290. 26=R600. 27=R600a. 28=R744. 29=R1270. 30=R417A.
31=R422A. 32=R413A. 33=R422D. 34=R427A. 35=R438A.
Let op: verkeerde selectie kan tot compressorschade leiden.
Andere koudemiddelen: Selecteer instelling 13 en vervolgens 3 factoren- fac1, fac2 en
fac3 via AKM.
Handbediening (alleen via display en alleen als regeling is gestopt, r12=OFF)
In verband met service kunnen de individuele uitgangen handmatig in- en uitge-
schakeld worden: 0=geen handbediening, 1-10=handbediening, 1 schakelt relais 1, 2
relais 2, etc.
11-18 geeft spanning op de analoge uitgang. Instelling 11 geeft 1,25 V, 12 geeft 2,5V,
etc.
10
Handleiding RS8EL410 © Danfoss 03-2010
A28
DI2AlrmDelay
A29
DI3AlrmDelay
A63
Pump Al.Del
Reset alarm
Deze functie herstelt alle alarmmeldin-
gen bij instelling op ON.
Bij datacommunicatie kan de prioriteit
van elk alarm worden gede nieerd
onder het menu "Alarm destinations"
Miscellaneous
o61
Applic.Mode
o06
Sensor type
Als de waarden ingesteld
worden met het AKM programma
dan is de instelling in bar.
o47
PcMinTrsPres
o48
PcMaxTrsPres
o22
DI4 control
(In AKM wordt het werkelijke
aantal uren weergegeven).
o52
DO7 run hour
o53
DO8 run hour
o30
Refrigerant
o18
- - -
AK-PC 420