5 Bediening
5.1 Inbedrijfstelling
Tijdens de inbedrijfstelling dient u te controleren dat er geen zichtbare lekkages voorkomen in het
platenpakket, de kleppen of het leidingsysteem.
VOORZICHTIG
Voordat de platenwarmtewisselaar onder druk wordt gezet, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de
temperatuur van de platenwarmtewisselaar binnen het temperatuurbereik valt die op de tekening van de
PWW wordt opgegeven.
VOORZICHTIG
Als de temperatuur van de platenwarmtewisselaar vóór het onderhoud onder de minimumtemperatuur ligt
van de pakkingen, wordt aangeraden om de platenwarmtewisselaar boven deze limiet te verwarmen, om
lekkage als gevolg van de kou te voorkomen.
N.B.
Als het systeem verscheidene pompen bevat, zorg er dan voor dat u weet welke als eerste moet worden
geactiveerd.
Start centrifugaalpompen met gesloten kleppen en bedien de kleppen zo vloeiend mogelijk.
Draai pompen niet tijdelijk droog aan de aanzuigkant.
N.B.
De stromingssnelheid moet langzaam worden afgesteld om het risico van drukpieken (waterslag) te
vermijden.
Waterslag is een kortstondige drukpiek die kan ontstaan tijdens het inschakelen of uitschakelen van een
systeem, waarbij een vloeistofgolf zich met de snelheid van geluid door een leiding voortplant. Dit
fenomeen kan aanzienlijke schade aan de apparatuur veroorzaken.
1
Controleer of de klep is gesloten tussen de
pomp en de eenheid die de
stromingssnelheid in het systeem regelt om
piekdrukken te vermijden.
2
Als er een klep bij de uitlaat is gemonteerd,
moet deze volledig geopend zijn.
3
Laat de stromingssnelheid geleidelijk
toenemen.
200000547-6-NL
Risico voor lekkage.
NL
43