5.2
Aansluiting op de schoorsteen
De doorsnede van de aansluiting tussen de ketelbuis en
de schoorsteen moet minstens even groot zijn als deze
6. AANSLUITING VAN DE BRANDER
De brander wordt zo wer mogelijk in de bevestigingsbeu-
gel gedrukt.
Aansluiting, afstelling, indienststelling en
onderhoud.
Raadpleeg de bij de brander geleverde
handleiding.
Ø 305
1
Zie handleiding brander
7. ELECTRISCHE AANSLUITINGEN
Zie de handleiding bij het bedieningsbord
van de ketel.
1
8227N013A
110
van de rookkast. De aansluiting moet zo direct en zo kort
mogelijk gebeuren.
4 doorboringen met binnendraad ø M8 op ø150
1
4 markeringen ø170
Doorboring ø112, vooruitsnijding op ø130
2
20
2
8558N019A
1