GEBRUIKERSHANDLEIDING
1.2.5 Hydrauliek
1.2.5.1. Hydraulische leidingen en onderdelen moeten zijn gemaakt van materiaal dat geschikt is
voor de systeemdruk en moeten worden geïnstalleerd volgens de best practices van de
bedrijfstak. Houd u aan de richtlijnen van de fabrikant voor het installeren en plaatsen van
leidingen, buizen, fittingen en slangen.
1.2.5.2. Hydraulische leidingen moeten worden ondersteund en geïsoleerd tegen trillingen. Neem
contact op met KEITH voor installatieadvies.
1.2.5.3. Bevestig beschermende hoezen rondom hydraulische leidingen in gebieden waar zich
regelmatig mensen bevinden.
1.2.6 Bedieningselementen
1.2.6.1. Het bedieningspaneel moet zodanig zijn geplaatst dat het gemakkelijk toegankelijk is voor
mensen van verschillende lengte en capaciteiten, en dat de gebruiker vrij kan bewegen
(indien van toepassing).
1.2.6.2. Bedieningsapparaten moeten zich buiten de gevarenzones bevinden en zodanig
zijn geplaatst dat iemand die zich in de gevarenzone bevindt, zichtbaar is vanaf het
bedieningspaneel.
1.2.6.3. Zorg voor een goede manier voor het controleren van de status en beweging van de
lading.
1.2.6.4. De vloer werkt met een enorme horizontale kracht die ernstige schade kan toebrengen
aan een slecht ontworpen omgeving. Het moet niet mogelijk zijn dat de vloer materiaal
samendrukt tegen een achterwand of deur, tenzij de achterwand of deuren zijn ontworpen
om deze krachten op te vangen.
1.2.6.5. Laat de vloer het materiaal niet naar de voorkant van de oplegger bewegen wanneer het
materiaal tegen de voorwand ligt. KEITH adviseert om eindschakelaar te installeren om
dit te voorkomen. Bij afwezigheid van een sensorschakelaar moet de gebruiker zich goed
bewust zijn van de positie van de lading. Ook moet het bedieningssysteem zodanig zijn
ontworpen dat de gebruiker de aan-knop ingedrukt moet houden om de vloer te laten
werken, zodat die stopt zodra de knop wordt losgelaten (tijdelijk signaal).
1.2.6.6. Als er materiaal tegen gesloten deuren is gedrukt, kunnen de deuren met een gevaarlijke
snelheid opengaan wanneer ze worden ontgrendeld. Dit kan ernstig letsel of overlijden
tot gevolg hebben. Gebruik de vloer niet als de deuren dicht zijn. Open de deur niet als
de kans bestaat dat er materiaal tegenaan is gedrukt. KEITH adviseert met klem om een
bedieningsvergrendeling te installeren om te voorkomen dat de vloer wordt ingeschakeld
terwijl de deuren zijn gesloten. KEITH adviseert ook om een deurvergrendeling
te installeren die op afstand kan worden geopend door iemand die zich buiten de
gevarenzone bevindt.
4
TM
S-Drive
DOC06302 Rev. G