C 27
Instelling van het
stabiliteitsbereik
C 28
Instelling
dynamisch filter
C 29
Instelling ruisfilter
C 31 ** (optioneel)
Instelling analoog
uitgangssignaal
GEBRUIKSAANWIJZING PCE-EP P Serie
De aanpassing van de
stabilisatiesnelheid kan bij verschillende
weeggoederen zinvol zijn, in samenhang
met de automatische data-overdracht
bij een stabiele waarde.
Hier kunnen de reactiestappen van de
stabiliteitsweergave
worden.
C 27 1 = 1d (1 resolutiestap)
C 27 2 = 2d (2 resolutiestappen)
C 27 5 = 5d (5 resolutiestappen)
C 27 10 = 10d (10 resolutiestappen)
Dit is een filter dat bewegingen op de
weegschaal filtert, voordat de waarde
wordt weergegeven op het display.
C 28 1 = 1 (filtersterkte)
C 28 2 = 2 (filtersterkte)
C 28 3 = 3 (filtersterkte)
C 28 4 = 4 (filtersterkte)
C 28 5 = 5 (filtersterkte)
C 28 6 = 6 (filtersterkte)
Des te hoger de filtersterkte, des te
langzamer de weergave reageert op
gewichtsveranderingen/schommelingen
Hier kan de filtersterkte van het
ruisfilter ingesteld worden (om
signaalruis te onderdrukken).
C 29 1 = 1 (filtersterkte)
C 29 2 = 2 (filtersterkte)
C 29 3 = 3 (filtersterkte)
Hier kunt u het analoge signaal instellen,
dat het meest geschikt is voor de
besturing van uw apparaat.
C 31 0 = 0-20 mA
C 31 1 = 4-20 mA
weegmodus met behulp van de
„TOTAL" toets.
Betreed de functie „C 27" met
de „PRINT" toets.
ingesteld
Selecteer de gewenste functie
met behulp van „ZERO" ↑ en
„TARE" ↓.
Bevestig met de „PRINT" toets.
-----
Ga terug naar de normale
weegmodus met behulp van de
„TOTAL" toets.
Betreed de functie „C 28" met
de „PRINT" toets.
Selecteer de gewenste functie
met behulp van „ZERO" ↑ en
„TARE" ↓.
Bevestig met de „PRINT" toets.
-----
Ga terug naar de normale
weegmodus met behulp van de
„TOTAL" toets.
Betreed de functie „C 29" met
de „PRINT" toets.
Selecteer de gewenste functie
met behulp van „ZERO" ↑ en
„TARE" ↓.
Bevestig met de „PRINT" toets.
-----
Ga terug naar de normale
weegmodus met behulp van de
„TOTAL" toets.
Betreed de functie „C 31" met
de „PRINT" toets.
Selecteer de gewenste functie
met behulp van „ZERO" ↑ en
„TARE" ↓.
Bevestig met de „PRINT" toets.
-----
Ga terug naar de normale
23