C 23
Instelling automatische
compensatietijd
C 24
Instelling foutgrens
overbelastingweergave
„uuuuuu"
C 25
Instelling foutgrens
overbelastingweergave
„nnnnnn"
C 26
Instelling van de
stabilisatiesnelheid
GEBRUIKSAANWIJZING PCE-EP P Serie
C 22 4,0 = compensatie tot ±4,0d
C 22 5,0 = compensatie tot ±5,0d
Hier kan men de reactietijd voor de
automatische compensatie instellen.
C 23 0 = Geen compensatietijd
C 23 1 = 1 seconde
C 23 2 = 2 seconden
C 23 3 = 3 seconden
Hier kan ingesteld worden bij hoeveel
resolutiestappen boven de
maximumcapaciteit de foutmelding
„uuuuuu" wordt weergegeven.
De weergave van deze foutmelding kan
gebruikt worden om de gebruiker te
beschermen/te voldoen aan bepaalde
voorschriften.
Hier kan ingesteld worden welk
percentage van de maximale belasting
in het negatieve bereik van de
weegschaal weergegeven moet worden,
voordat de foutmelding „nnnnnn" op
het display wordt weergegeven.
C 25 0 = -20d (resolutiestappen)
C 25 10 = -10% van de max. belasting
C 25 20 = -20% van de max. belasting
C 25 50 = -50% van de max. belasting
C 25 100 = -100% van de max. belasting
Hier kan de reactiesnelheid van het
stabiliteitssymbool
worden. Dit houdt in: of het symbool
snel, gemiddeld of langzaam
weergegeven moet worden.
C 26 0 = snel
C 26 1 = gemiddeld
C 26 3 = langzaam
Betreed de functie „C 23" met
de „PRINT" toets.
Selecteer de gewenste functie
met behulp van „ZERO" ↑ en
„TARE" ↓.
Bevestig met de „PRINT" toets.
-----
Ga terug naar de normale
weegmodus met behulp van de
„TOTAL" toets.
Betreed de functie „C 24" met
de „PRINT" toets.
Op het display wordt „C 24
09"(= 9 d / 9 resolutiestappen)
weergegeven. Dit kan naar
wens worden ingesteld, tot
max. 99 d.
Selecteer het gewenste aantal
met behulp van „ZERO" ↑ en
„TARE" ↓.
Bevestig met de „PRINT" toets.
-----
Ga terug naar de normale
weegmodus met behulp van de
„TOTAL" toets.
Betreed de functie „C 25" met
de „PRINT" toets.
Selecteer de gewenste functie
met behulp van „ZERO" ↑ en
„TARE" ↓.
Bevestig met de „PRINT" toets.
-----
Ga terug naar de normale
weegmodus met behulp van de
„TOTAL" toets.
Betreed de functie „C 26" met
de „PRINT" toets.
ingesteld
Selecteer de gewenste functie
met behulp van „ZERO" ↑ en
„TARE" ↓.
Bevestig met de „PRINT" toets.
-----
Ga terug naar de normale
22