[Monitor]
•
Het kan zijn dat sommige onderwerpen er op de LCD-monitor anders uitzien dan in
werkelijkheid. Dit heeft echter geen effect op de opgenomen beelden.
[LCD mode]
•
De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de
LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
•
De LCD-monitor keert na 30 seconden automatisch terug naar de standaardhelderheid als u
opneemt met [MODE1]. De monitor zal opnieuw helder oplichten bij bediening met knop of
aanraking.
•
Als [AUTO] of [MODE1] ingesteld is, wordt de gebruikstijd korter.
•
[AUTO] is alleen beschikbaar in de opnamemodus.
•
Wanneer het menuscherm afgebeeld wordt in donkere omgeving enz., wordt de LCD-monitor
nog donkerder zelfs als [LCD mode] ingesteld is op [MODE2].
•
Wanneer de AC-adapter (optioneel) gebruikt wordt, is de begininstelling [MODE2].
Basiskennis
Helderheid, kleur of rode of blauwe tint van de LCD-monitor wordt
afgesteld.
[
] ([Helderheid]):
Afstellen van de helderheid.
[
] ([Contrast · Verzadiging]):
Afstellen van contrast of helderheid van kleuren.
[
] ([Roodachtig]):
Afstellen van rode tint.
[
] ([Blauwzweem]):
Afstellen van blauwe tint.
1
Selecteer en raak de instelling aan.
2
Versleep de schuifbalk om af te
stellen.
•
De instellingen kunnen ook uitgevoerd
worden door aan de bedieningsknop te
draaien.
3
Raak [Inst.] aan.
De helderheid van de LCD-monitor kan ingesteld worden,
afhankelijk van hoe helder het licht rondom het toestel is.
„ [AUTO]:
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe
helder het om het toestel heen is.
...
[MODE1]:
1
Maak de LCD-monitor helderder.
...
[MODE2]:
2
Zet de LCD-monitor op de standaardhelderheid.
...
[MODE3]:
3
Maak de LCD-monitor donkerder.
- 69 -