Aantekening
•
Raadpleeg
P51
voor instellingen in de Intelligente automatische functie.
•
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
–
Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De kleur van het onderwerp, De afstand tot het onderwerp, Het contrast van het
onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt
–
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, In omstandigheden met weinig
licht, Als de camera heen en weer wordt geschud, Als de zoom wordt gebruikt
•
Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
Veranderen van [OPNAMEFUNCTIE] en [OPN. KWALITEIT]
Selecteer [OPNAMEFUNCTIE] vanaf het
[BEWEGEND BEELD] menu en druk op 1.
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Opnameformaat
[AVCHD(1080i)]
[AVCHD(720p)]
[MOTION JPEG]
¢De SD-snelheidsklasse is de snelheidstandaard voor continu schrijven.
Op 3/4 drukken om [OPN. KWALITEIT] te kiezen
en vervolgens op 1 drukken.
Gevorderd (Opname van beelden)
•
Selecteer dit formaat om HD (high definition) video op te
nemen voor afspelen op uw HDTV m.b.v. een
HDMI-verbinding.
•
Het kan afgespeeld worden door de kaart in een apparaat te
steken dat compatibel is met AVCHD. Raadpleeg de
instructies van het gebruikte apparaat voor details over de
compatibiliteit.
•
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasse
hoger.
•
[AVCHD(1080i)] kan films met een nog hogere definitie en
beeldkwaliteit opnemen dan [AVCHD(720p)].
•
Selecteer dit formaat om standaard definitie video op te
nemen voor afspelen op uw PC. Deze kan opgenomen
worden m.b.v. minder opslagruimte wanneer er niet
voldoende ruimte over is op de geheugenkaart of wanneer u
het bewegende beeld als bijlage met een e-mail wilt
versturen.
•
Gebruik een kaart met SD-snelheidsklasse
hoger.
- 111 -
(P28)
Kenmerken
¢
¢
van "Class 4" of
van "Class 6" of