Opstel- en aansluitaanwijzing
Elektrische aansluiting
Aanwijzingen m.b.t. netspanning,
stroomsoort en benodigde zekering
staan op het typeplaatje. Het type-
plaatje bevindt zich boven achter de
deur.
Dit apparaat voldoet aan de vol-
;
gende EG-richtlijnen:
– "laagspanningsrichtlijn" 73/23/EWG
– "EMC-richtlijn" 89/336/EWG
Wateraansluiting
De wasautomaat bezit veiligheidsinrichtingen die ervoor zorgen dat het
3
drinkwater niet door terugstromen verontreinigd kan worden en die
voldoen aan de voorschriften van de waterleidingbedrijven. Verdere
beschermende maatregelen in de installatie zijn daarom niet nodig.
Attentie!
– Apparaten voor aansluiting aan koud water mogen niet aan warm
water worden aangesloten!
– Bij de aansluiting alleen nieuwe slangensets gebruiken!
Toelaatbare waterdruk
De waterdruk moet minimaal 1 bar (= 10N/cm
10 bar (= 100N/cm
• Bij meer dan 10 bar: reduceerventiel installeren.
• Bij minder dan 1 bar: toevoerslang aan de kant van het apparaat bij
de magneetinlaapklep losschroeven en doorstroomregelaar eruit ne-
men (zeef m.b.v. een spitse tang verwijderen en rubber schijf daar-
achter uitnemen). Zeef weer inzetten.
46
2
= 1 MPa) zijn.
2
= 0,1 MPa), maximaal