7.
Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in het foutbericht en druk vervolgens
op het lipje op de printcartridge uit de sleuf te halen.
8.
Druk de printcartridge terug op zijn plaats.
Het lipje moet een klikkend geluid maken als de printcartridge correct is geplaatst.
Als de inktcartridge geen klikkend geluid maakt, moet het lipje mogelijk opnieuw
worden aangepast.
9.
Verwijder de printcartridge uit de gleuf.
10.
Plooi het lipje voorzichtig weg van de printcartridge.
Let op
Zorg ervoor dat u het lipje niet meer plooit dan ongeveer 1,27 cm.
11.
Installeer de printcartridge opnieuw.
Hij moet nu op zijn plaats klikken.
Fouten
109