NL
6. ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Alleen gekwali ceerde professionals mogen elektrische installatiewerkzaamheden uitvoeren in over-
eenstemming met de instructies van de fabrikant en de geldende wettelijke voorschriften en veiligheidsei-
sen. Voorafgaand aan de installatie van elektrische componenten:
•
Zorg ervoor dat de kast is losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
•
Als de kast lange tijd in een onverwarmde ruimte heeft gestaan, controleer dan of
er geen condensatie in de kast zit en controleer of de contacten en elektronische
onderdelen van de connectoren niet beschadigd zijn door vocht.
•
Inspecteer de voedingskabel en andere bedrading op beschadigingen in de isolatie.
•
Zoek het bedradingsschema voor uw kast op basis van het kasttype.
6.1. Vereisten voor elektrische aansluiting
•
Sluit de kast alleen aan op een goed geaard stopcontact. De aarding moet worden
geïnstalleerd volgens de eisen van EN61557, BS 7671.
•
Het wordt aanbevolen om een AHU op het lichtnet aan te sluiten via een automati-
sche stroomonderbreker met een lekstroombeveiliging van 30 mA (type B of B +).
•
De besturingskabels moeten ten minste 20 cm verwijderd zijn van de stroomkabels
om de kans op elektrische storingen te verkleinen.
•
Alle externe elektrische elementen moeten strikt volgens het bedradingsschema
van de kast worden aangesloten.
•
Ontkoppel de connectoren niet door aan draden of kabels te trekken.
De diameter van de kabel is afhankelijk van de maximale stroom die in de technische gegevensdruk van
de speci eke kast is aangegeven.
28
Stroom, A
15
21
27
34
50
70
85
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Kabeltype
5 × 1,5 mm
2
(Cu)
5 × 2,5 mm
2
(Cu)
5 × 4,0 mm
2
(Cu)
5 × 6,0 mm
2
(Cu)
5 × 10,0 mm
2
(Cu)
5 × 16,0 mm
2
(Cu)
5 × 25,0 mm
(Cu)
2
RHP STANDARD_installation manual_24-03