NL
De doorsnede van de kanalen varieert per model kast:
Unit
RHP
400 V
600 U
800 U
1200 U
1600 U
3.4. Aansluiten van externe verwarmings-/koelunits
Als extra kunt u het volgende op de RHP Luchtbehandelingskasten aansluiten:
•
Boiler
•
Waterkoeler
•
Koeler/verwarming met directe expansie (DX).
Deze accessoires worden in het luchttoevoerkanaal binnen het gebouw geïnstalleerd. Alle installatiede-
len in de verwarwings- en koelsystemen moeten worden aangesloten door een gekwali ceerde vakkundige.
Bij het aansluiten van de verwarmings-/koelleidingen moeten deze worden ondersteund met een pijp-
tang – anders raken ze beschadigd. Als er water in de verwarmer wordt gebruikt, moet de watertempera-
tuursensor (B5) voor vorstbeveiliging worden geïnstalleerd en met een riem op de retourwaterleiding zo
dicht mogelijk bij de verwarmer worden bevestigd. Bevestig de sensor zodanig dat het metalen deel goed
contact maakt met het oppervlak van de buis. De sensor moet thermisch worden geïsoleerd zodat de ka-
mertemperatuur het meten van de watertemperatuur niet verstoord.
Afb. 9. Het aansluiten van de waterslangen op de verwarming/koeler en het installeren van de watertemperatuursensor
1
Afzonderlijk te bestellen.
22
ODA
160
200
250
300×300
300×300
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Kanaaldiameter, mm
SUP
160
200
250
300×300
300×300
300×300
300×300
ETA
EHA
160
160
200
200
250
250
300×300
300×300
1
RHP STANDARD_installation manual_24-03