1) Selecteer het tabblad Opnemen om te configureren.
2) Selecteer een cameranummer in de cameravervolgkeuzelijst.
U kunt het streamtype, de resolutie, de videokwaliteit en andere parameters on-demand configureren
voor respectievelijk de hoofdstream (continu) en hoofdstream (gebeurtenis).
De camera-inputresolutie wordt gedurende 5 seconden weergegeven in de liveweergave wanneer de
camera wordt aangesloten of wanneer de DVR wordt ingeschakeld. De inputresolutie is inclusief de
resolutie en framerate van de camera, bijvoorbeeld 1080P25.
3) U kunt geavanceerde parameters configureren, zoals vooropname, naopname, vervaltijd, redundante
opname (deze optie is alleen beschikbaar als de HDD-modus Groep is) en of u audio wilt opnemen.
•
Vooropname: De tijd vó ó r de gebeurtenis of geplande tijd die u wilt opnemen. Als opname om
10:00 wordt getriggerd door een alarm en de tijd voor Vooropname is ingesteld op 5 seconden,
begint de opname op de camera bijvoorbeeld om 9:59:55.
•
Naopname: De tijd na de gebeurtenis of geplande tijd die u wilt opnemen. Als opname voor een
getriggerd alarm wordt beë indigd om 11:00 en de tijd voor Naopname is ingesteld op 5 seconden,
wordt de opname op de camera voortgezet tot 11:00:05.
•
Vervaltijd: De vervaltijd is de langste tijd dat een opnamebestand op de HDD wordt bewaard. Als
de deadline wordt bereikt, wordt het bestand verwijderd. U kunt de vervaltijd instellen op 0 om
bestanden nooit te verwijderen. De daadwerkelijke bewaartijd voor bestanden moet worden
vastgesteld op basis van de HDD-capaciteit.
•
Redundante opname: Met de optie voor redundante opnamen kunt u instellen of de
opnamebestanden van de camera moeten worden opgeslagen op de redundante HDD. Configureer
de redundante HDD in de HDD-instellingen. Raadpleeg Hoofdstuk 5.8 Redundante opnamen
configureren voor gedetailleerde informatie.
•
Audio opnemen: Schakel het selectievakje in om het geluid op te nemen. Anders wordt het beeld
zonder geluid opgenomen.
•
Videostream: U kunt de hoofdstream en substream selecteren voor opnamen. Als u de substream
selecteert, kunt u langer opnemen met dezelfde opslagruimte.
•
960-modus inschakelen: Deze optie wordt ondersteund door analoge camera's. Als u de
960-modus inschakelt, wordt WD1-resolutie ingeschakeld voor de hoofdstream. Anders wordt een
maximale resolutie van 4CIF ondersteund. Deze optie wordt niet ondersteund door TVI-camera's,
omdat de WD1-resolutie hiervoor altijd beschikbaar is.
4) Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
5) Als de instelling ook voor andere camera's kan worden gebruikt, kunt u de instellingen kopië ren naar
andere kanalen door op Kopië ren te klikken.
U kunt dezelfde instellingen kopië ren naar camera's met hetzelfde signaal. Als de kanaalnummers 1-3
bijvoorbeeld zijn gekoppeld aan TVI-camera's en kanaalnummer 4 is gekoppeld aan een analoge camera,
kunnen de instellingen van kanaalnummer 1 alleen worden gekopieerd naar kanaal 2 en 3.
User Manual of Digital Video Recorder
83