•
Algemeen – Verander regelmatig (ca. elke 20-30 minuten) van houding en pau-
zeer regelmatig om vermoeidheid te voorkomen.
•
Rug – Tijdens het zitten op de werkplek moet de rug door de rechtop staande of
licht achterover leunende rugleuning van de werkstoel worden ondersteund.
•
Armen – De armen en ellebogen moeten ontspannen en los zijn. De ellebogen
moeten dicht bij het lichaam zijn. Houd onderarmen en handen nagenoeg pa-
rallel aan de grond.
•
Polsen – De polsen moeten gedurende de werkzaamheden met het toetsen-
bord, de muis of de trackball zo gestrekt mogelijk en niet meer dan 10° gebogen
zijn. Controleer of de polsen niet direct aan de rand van de tafel liggen.
•
Benen – De dijen moeten horizontaal of licht naar beneden hellen. De onder-
benen moeten samen met de dijen een hoek van ongeveer 90° vormen. De voe-
ten moet plat op de grond staan. U kunt eventueel een voetensteun gebruiken,
maar zorg er dan van tevoren voor dat de zithoogte correct is ingesteld.
•
Hoofd – Het hoofd moet rechtop staan of iets naar voren gebogen zijn. Werk
niet met een gedraaid hoofd of bovenlichaam.
De bovenkant van de monitor moet gedurende het werk op of iets onder oog-
hoogte zijn. De grootte van de afstand tussen beeldscherm en kijker is afhanke-
lijk van de respectievelijke vereisten. Vaak worden afstanden tussen 50 - 70 cm
gebruikt.
50 - 60 cm
40 - 45°
90°
17