Proefdraaien en Testen
1.
Proefdraaien en testen.
1-1 Meet het voltage van de voeding en verzeker u ervan dat dit binnen de voorgeschreven grenzen valt.
1-2 Proefdraaien dient te geschieden met koelen of verwarmen.
• Bij het koelen kiest u de laagste temperatuur die kunt instellen; bij verwarmen de hoogst mogelijke.
1) Afhankelijk van de kamertemperatuur kan het proefdraaien met koelen of verwarmen onmogelijk blijken.
Gebruik voor het proefdraaien de afstandsbediening zoals hieronder beschreven.
2) Nadat u proef gedraait hebt zet u de temperatuur op een normale waarde (26°C tot 28°C voor koelen, 20°C tot 24°C
voor verwarmen).
3) Om het systeem te beschermen, zal de airconditioner tot 3 minuten nadat hij is uitgezet niet aan kunnen gaan.
1-3 Voer de test procedur zoals die beschreven staat in de gebruikers handleiding om te controleren of alle
functies en onderdelen, zoals het bewegen van de jaloezie, naar behoren functioneren.
• Als de airconditioner in de waakstand staat verbruikt hij toch nog wat elektriciteit. Als het systeem voor langere tijd na
de installatie niet gebruikt zal worden, kunt u energie besparen door de onderbreker uit te zetten.
• Als de onderbreker de stroom naar de airconditioner uitschakelt, zal het systeem wanneer de stroomvoorziening weer
hersteld wordt vanzelf in de stand staan waarin het stond toen de stroom uitviel.
Proefdraaien met de afstandsbediening
1) Druk op de ON/OFF toets om het systeem aan te zetten.
2) Druk gelijktijdig op het midden van de toetsen TEMP en MODE.
3) Druk twee keer op de MODE toets.
("
" zal op het scherm verschijnen om aan te geven dat het systeem gaat proefdraaien.)
4) Het proefdraaien zal na ongeveer 30 minuten stoppen en overgaan in de normale bedrijfstoestand. Om het
proefdraaien tussentijds te stoppen drukt u op de ON/OFF toets.
2.
Testonderdelen.
De binnen- en buitenunit zijn goed gemonteerd op solide ondergrond.
Geen koelgaslekkage.
De koelleidingen en het binnenstuk van de afvoerslang zijn thermisch ge-
isoleerd.
De afvoerpijp is correct aangebracht.
Het systeem is goed geaard.
De verbindingsbedrading is correct aangesloten.
De luchtin- en uitlaten van de binnen- en buitenunits worden niet belem-
merd.
De koel-sluitkleppen zijn open.
De binnenunit reageert correct op opdrachten van afstandsbediening.
■Nederlands
Testonderdelen
Symptoom
(Diagnostisch display op de afstandsbediening)
Val, vibratie, lawaai
Onvoldoende koeling of
verwarming
Waterlekkage
Waterlekkage
Kortsluiting
Apparaat functioneert niet of brand-
schade
Onvoldoende koeling of
verwarming
Functioneert niet
Gecontroleerd
13