10. Montage van het toestel
10.1 Wandmontage
Materiële schade
!
Monteer de natuursteenverwarming alleen aan een
vlakke wand, omdat spanningen in het materiaal
scheuren in de natuursteenplaat kunnen veroorza-
ken. Vlak een oneffen montagewand uit voordat u de
bevestigingsschroeven vastdraait.
Materiële schade
!
Zet de natuursteenverwarming niet op haar kant. Het
gevaar bestaat dat de plaat breekt.
Materiële schade
!
De pluggen in de natuursteenplaat kunnen gaan
meedraaien en losraken als u de bevestigings-
schroeven te vast aandraait.
» Meet de maten a en b voor de boorgaten op de na-
tuursteenverwarming af.
» Boor de gaten met behulp van de opgemeten maten
in een voldoende dragende wand. Neem voor alle
zekerheid een extra marge van 100 mm in acht (bijv.
maat b + 100 mm).
» Draai de zeskantschroeven zo diep in de boorgaten
dat de natuursteenverwarming met de open lang-
werpige gaten van de wandhouders nog achter de
schroefkop kan worden gehaakt.
» Hang de natuursteenverwarming aan de bouten. Zet
de zeskantschroeven vast. Hef eventuele spannin-
gen op door de bevestigingsschroeven in de natuur-
steenplaat iets los te draaien. Draai de bevestigings-
schroeven daarna weer vast.
10.2 Elektrische aansluiting
Materiële schade
!
Kort de netaansluitleiding slechts zover in dat de
natuursteenverwarming kan worden afgenomen
zonder de netaansluitleiding los te koppelen.
Sluit de natuursteenverwarming uitsluitend aan op
230 V wisselstroom / 50 Hz.
L
N
PE
N
N
L'
L
NSH
Installatie - voor de installateur
11. Eerste ingebruikname
Materiële schade
!
Houd een maximale opwarmtijd van 20 minuten aan
wanneer de natuursteenverwarming voor het eerst
verwarmd wordt. Daarna moet de plaat minstens 60
minuten afkoelen.
» Voer deze voorzorgsmaatregel een tweede keer
uit.
Verwarm de natuursteenverwarming gedurende de eerste
twee dagen trapsgewijs tot de gewenste kamertempera-
tuur. Op die manier voorkomt u haarscheuren. Eventuele
haarscheuren zijn ongevaarlijk en beïnvloeden de wer-
king noch de veiligheid van de natuursteenverwarming.
12. Overdracht
» Leg aan de gebruiker uit hoe het toestel
werkt. Schenk daarbij vooral aandacht aan de
veiligheidsaanwijzingen.
» Geef de bedienings- en installatiehandleiding aan de
nieuwe gebruiker.
13. Technische gegevens
13.1 Afmetingen en aansluitingen
B
a
13.2 Minimumafstanden
70
40
230 V
23 23
31