Als u wikkelbuizen SW40 met felsrand aan de buitenzijde gebruikt, hebt u
bovendien klembeugel nodig.
➢ 1. Schuif ongeveer om de 40 cm een klembeugel (1) vanaf bovenaf over de
wikkelbuis (2).
➢ 2. Plaats de ophangbeugels (4) in de rechthoekige gaten (3) van de
klembeugels (3).
Eindpunten instellen
Door de instelling van de eindpunten legt u de bovenste en onderste eindpositie
vast voor het omhoog en omlaag sturen van het rolluik. Deze instelling kunt u later
nog wijzigen.
De buismotor is ontworpen voor kortstondig bedrijf (vier minuten). Ter
vermijdign van schade door verwarming schakelt de motor bij
overschrijding van deze tijd of bij vaak omschakelen automatisch uit. Laat
de motor in dit geval ca. 20 minuten afkoelen.
OPGELET
Functiestoringen door ontbrekende of verkeerde instelling van
de eindpunten.
➢ Waarborg dat het apparaat alleen wordt gebruikt met correct
ingestelde eindpunten.
De instelschroeven bevinden zich aan de aandrijfkop van de buismotor.
➢ Gebruik de bovenste schroef (1) om het onderste eindpunt in te stellen.
➢ Gebruik de onderste schroef (2) om het bovenste eindpunt in te stellen.
➢ Draai richting PLUS om de loopweg te verlengen.
➢ Draai in de tegenovergestelde richting (MINUS) om de loopweg te verkorten.
De draairichting van de instelschroeven kan modelgebonden variëren.
Let op het opschrift aan de aandrijfkop.
OPGELET
Beschadigingen van het apparaat door verkorting van het
rolluikpantser op grond van temperatuurschommelingen.
➢ Stel de eindpunten zodanig in dat de stoppers van het
rolluikpantser ca. 2 -3 cm speling hebben vóór de aanslagen.
Ga als volgt te werk om het bovenste eindpunt in te stellen:
➢ stuur de motor in opwaartse richting.
Als de motor stopt voordat het gewenste eindpunt bereikt is, gaat u als volgt te
werk:
➢ laat de tijdschakelklok of de schakelaar in de stand opwaartse richting staan.
➢ draai met het instelgereedschap de onderste instelschroef voorzichtig in de
richting PLUS totdat de motor het gewenste eindpunt heeft bereikt.
Als de motor het gewenste eindpunt passeert, gaat u als volgt te werk:
➢ stop de motor.
➢ stuur de motor in neerwaartse richting.
➢ stop onder het gewenste eindpunt.
➢ draai de onderste instelschroef met het instelgereedschap voorzichtig in richting
MINUS.
➢ stuur de motor in opwaartse richting om het nu ingestelde eindpunt te
controleren.
➢ Herhaal zo nodig de hierboven vermelde stappen totdat het gewenste eindpunt
bereikt is.
Ga als volgt te werk om het onderste eindpunt in te stellen:
➢ stuur de motor in neerwaartse richting.
als de motor stopt voordat het gewenste eindpunt bereikt is, gaat u als volgt te
werk.
➢ laat de tijdschakelklok of de schakelaar in de stand neerwaartse richting staan.
➢ draai met het instelgereedschap de bovenste instelschroef voorzichtig in de
richting PLUS tot de motor het gewenste eindpunt heeft bereikt.
Apparaat in gebruik nemen
35