Overige informatie
Problemen oplossen
Als u problemen ervaart tijdens de bediening van het product, ga dan als volgt te werk. Als het probleem niet
is opgelost, raadpleegt u de bijbehorende informatie in dit hoofdstuk.
Verwijder de wisselstroomadapter van het basisstation en sluit deze opnieuw aan.
Controleer of het telefoonsnoer is verbonden met het basisstation.
Schakel de handset uit, verwijder en herplaats de batterij van de handset en start de handset
vervolgens opnieuw op.
Algemeen gebruik
Probleem
De handset gaat niet aan,
zelfs niet na laden van de bat-
terij.
Het telefoonsysteem werkt
niet.
Het scherm van de handset
is leeg of donker.
Ik hoor geen kiestoon.
62
Oorzaak en/of oplossing
R De handset is uitgeschakeld. Houd de aan/uit-knop boven op de hand-
set ingedrukt.
R Controleer in het bedieningsscherm (pagina 21) of de vliegtuigmodus
van de handset is uitgeschakeld en dat de DECT-verbinding van de
handset met het basisstation is ingeschakeld.
R Als u de handset buitenshuis hebt gebruikt, zonder DECT-verbinding
met een basisstation, kan het een paar minuten duren voordat de
handset opnieuw verbinding maakt met het basisstation als u weer
thuis bent. In dit geval kunt u het bedieningsscherm (pagina 21) ge-
bruiken om de DECT-verbinding eerst uit en daarna weer in the scha-
kelen en op deze wijze de handset te dwingen sneller verbinding te
maken met het basisstation.
R Controleer of de batterij goed is geplaatst (pagina 14).
R Laad de batterij volledig op (pagina 15).
R Controleer de aansluitingen (pagina 13).
R Trek de stekker van de wisselstroomadapter van het basisstation uit
het stopcontact om het apparaat te resetten en de handset uit te scha-
kelen. Sluit de wisselstroomadapter weer aan, schakel de handset in
en probeer het opnieuw.
R De handset is niet bij het basisstation geregistreerd. Registreer de
handset (pagina 49).
R Het scherm is uitgeschakeld. Druk op de aan/uit-knop boven op de
handset.
R De handset is uitgeschakeld. Houd de aan/uit-knop boven op de hand-
set ingedrukt.
R Controleer of u het meegeleverde telefoonsnoer gebruikt. Uw oude te-
lefoonsnoer kan anders bedraad zijn.
R De wisselstroomadapter van het basisstation of het telefoonsnoer is
niet aangesloten. Controleer de aansluitingen.
R Haal de telefoonlijn van het basisstation en verbind de lijn met een wer-
kende telefoon. Als de werkende telefoon het normaal doet, neemt u
voor reparatie van de telefoon contact op met de dealer. Als de tele-
foon het niet normaal doet, neemt u contact op met het telefoonbedrijf.