Bediening
Ga als volgt te werk:
1.
Druk op de knop "Manual" op het bedieningspaneel van de besturing.
2.
Selecteer m.b.v. de wisselknoppen op
het bedieningspaneel "Vullen" op het
display.
–
De parameter "Vullen" knippert op het display om visueel de selectie
aan te duiden.
3.
Druk op de knop "OK" op het bedieningspaneel van de besturing.
–
De pomp wordt ingeschakeld en op het display verschijnt "Vullen!".
–
De besturing berekent de noodzakelijke vuldruk. Zodra deze waarde
bereikt is, wordt de vulprocedure automatisch gestopt.
Het bijvullen van het installatiesysteem met water is voltooid.
Opmerking!
Observeer de installatie tijdens de automatische vulprocedure.
Opmerking!
Bij overschrijden van de maximale vultijd (10 uur) wordt de bijvulling
onderbroken en een foutmelding weergegeven.
•
Nadat de oorzaak gevonden is, kunt u met de knop "Quit" op het
bedieningspaneel de foutmelding bevestigen en de vulprocedure
voortzetten, zie hoofdstuk 9.3 "Meldingen" op pagina 14.
7.8
Automatische bedrijfsmodus starten
De automatische bedrijfsmodus wordt na de eerste ingebruikname gestart. Aan
de volgende voorwaarden moet voldaan zijn om de automatische bedrijfsmodus
te kunnen activeren.
•
De minimale werkdruk "P
" wordt ingevoerd via de besturing.
0
•
Het apparaat is gevuld met water.
•
Alle noodzakelijke parameters zijn ingevoerd via de besturing.
•
De functionele test werd uitgevoerd
Start de automatische bedrijfsmodus via het bedieningspaneel van de besturing:
•
Druk op de knop "Auto" om de automatische modus te selecteren.
•
De LED "Auto" op het bedieningspaneel brandt om visueel aan te
duiden dat de automatische bedrijfsmodus actief is.
Opmerking!
De eerste inbedrijfstelling is op dit punt voltooid.
8
Bediening
8.1
Bedrijfsmodi
8.1.1
Automatische bedrijfsmodus
Gebruik:
Na een succesvolle eerste ingebruikname
Start:
Druk op de besturingseenheid op de knop "Auto". De LED "Auto" gaat branden.
Functies:
De automatische modus is geschikt voor de continue werking van het apparaat.
De besturing bewaakt de functies voor het bijvullen.
8.1.2
Handbediening
Gebruik:
Voor tests en onderhoudswerkzaamheden.
Start:
Druk op de knop "Manual" op de besturing. De LED "Auto" op het
bedieningspaneel van de besturing knippert als een visueel signaal voor de
handbediening.
Functies:
De selectie van functies is afhankelijk van de ingestelde bijvulvarianten
"Levelcontrol" of "Magcontrol".
De volgende functies kunt selecteren in de handmatige modus om een test uit te
voeren:
•
Het handmatige aan- en uitschakelen van de pomp "PU" voor bijvulvariant
"Levelcontrol"
•
Het handmatige aan- en uitschakelen van de pomp "PU" of vullen voor
bijvulvariant "Magcontrol"
12 — Nederlands
10 h
2.0 bar
PU!
Vullen
Fillcontrol Auto — 22.09.2020 - Rev. C
1.
Selecteer de functie pomp "PU" of "Vullen" m.b.v. de wisselknoppen op het
bedieningspaneel van de besturing.
2.
Schakel de functies pomp "PU" of "Vullen" in met behulp van de knop "OK"
op het bedieningspaneel van de besturing. Op het display van de
besturing wordt "PU !" of "Vullen !" weergegeven als een visueel signaal
voor het inschakelen.
3.
Schakel de pomp of het vullen uit met behulp van de knop "OK" op het
bedieningspaneel van de besturing. Op het display van de besturing wordt
"PU" of "Vullen" weergegeven als een visueel signaal voor het
uitschakelen.
Opmerking!
De besturing berekent de druk die noodzakelijk is voor het vullen. Zodra
deze waarde bereikt is, wordt de vulprocedure automatisch gestopt.
Opmerking!
Als niet voldaan is aan de veiligheidsrelevante parameters, kan de
handbediening niet worden geactiveerd. De schakeling is vervolgens
geblokkeerd.
8.1.3
Stopmodus
Gebruik:
Voor de inbedrijfstelling van het apparaat
Start:
Druk op de besturingseenheid op de knop "Stop". De LED "Auto" op het
bedieningspaneel dooft.
Functies:
In de stopmodus is het apparaat buiten werking gesteld (behalve de
weergavefunctie). Er vindt geen functionele bewaking plaats.
•
De pomp "PU" is uitgeschakeld.
Opmerking!
Als de stopmodus voor meer dan 4 uur is geactiveerd, wordt een
melding gegenereerd.
Als in het gebruikersmenu het item "Potentiaalvrij storingscontact?" op
"Ja" gezet is, wordt de melding via het verzamelstoringscontact
uitgegeven.
8.1.4
Zomerbediening
Gebruik:
Het bijvullen van vers water moet ook worden gewaarborgd als de verwarmings-
en koelsystemen niet werken. Schakel het apparaat niet uit te wanneer het
drukbehoud van de verwarmings- en koelsystemen in werking gesteld is.
8.1.5
Heringebruikname
VOORZICHTIG
Kans op letsel door startende pomp
Bij het starten van de pomp kunnen zich verwondingen aan de hand
voordoen wanneer u de pompmotor met een schroevendraaier op het
ventilatorwiel aandraait.
•
Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de pompmotor op het
ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
OPGELET
Beschadiging van het apparaat door startende pomp
Bij het starten van de pomp kan deze worden beschadigd wanneer u de
pompmotor met een schroevendraaier op het ventilatorwiel aandraait.
•
Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de pompmotor op het
ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
Na een langere stilstandperiode (apparaat losgekoppeld van de voeding of in de
stopmodus) kan het gebeuren dat de pomp "PU" vastzit.
•
Draai vóór de ingebruikname van de pomp met een schroevendraaier op
het ventilatorwiel van de pompmotor.
Opmerking!
Een vastzitten van de pomp "PU" tijdens de automatische bedrijfsmodus
kan worden voorkomen door na 24 uur stilstand gebruik te maken van
de geforceerde opstartfunctie.