20.1.3. ActiveSync®-Modus
Wanneer u de ActiveSync®-Modus heeft gekozen, herhaalt u het zoeken naar een
verbinding mocht dit in eerste instantie niet succesvol zijn geweest.
Volg vervolgens de aanwijzingen op het scherm. Het programma zal nu een
associatie tussen uw PC en het Navigatie systeem aanmaken.
OPMERKING!
Om met de GoPal Assistant te kunnen werken, moet het Navigatie
systeem bij het de eerste keer koppellen in ActiveSync®-Modus staan.
20.1.4. Alternatieve oplaadmogelijkheid voor de batterij
Van zodra u uw navigatietoestel op een ingeschakelde pc of notebook heeft
aangesloten door middel van een USB-kabel, wordt de batterij opgeladen.
Daartoe hoeft er geen driver of software te worden geïnstalleerd. Onderbreek zo
mogelijk, bij de eerste ingebruikneming het laadproces niet.
OPMERKING!
Wanneer het toestel ingeschakeld is, wordt de helderheid eventueel
verminderd wanneer er een USB-verbinding tot stand komt.
Er wordt aanbevolen het toestel in de stand-bymodus te zetten om de
laadduur via USB te verkorten.
20.1.5. Werken met Microsoft® ActiveSync®
Zodra u uw navigatiesysteem met uw PC verbindt wordt ActiveSync® automatisch
opgestart. Het programma controleert, of het om een toestel gaat waarmee een
partnerschap is afgesloten. Als dat zo is, dan worden de wijzigingen op de PC en op
het navigatiesysteem, die sinds de laatste synchronisatie hebben plaatsgevonden,
met elkaar vergeleken en gecoördineerd. In de instellingen van het programma
ActiveSync® kunt u precies instellen, welke gegevens bij de synchronisatie prioriteit
hebben. Om de effecten van de verschillende instellingen te leren kennen, opent
u de helpfunctie (met de toets F1) van het programma. Als het navigatiesysteem
niet als een partner wordt herkend, dan wordt automatisch een beperkte gast-
toegang geactiveerd, waarmee u b.v. gegevens kunt uitwisselen. Indien dit
voorkomt terwijl u over een geregistreerd partnertoestel beschikt, dan verbreekt
u de verbinding tussen navigatiesysteem en PC en zet u het navigatiesysteem uit
en weer aan. U verbindt dan het navigatiesysteem opnieuw met de PC, om de
herkenningsprocedure opnieuw op te starten. Wordt het toestel dan nog steeds
enkel als gast herkend, dan herhaalt u de procedure opnieuw en herstart u tevens
uw PC.
OPMERKING!
Controleer altijd, dat u uw navigatiesysteem telkens op dezelfde USB-
poort van uw PC aansluit, omdat uw PC anders een nieuwe ID toekent
en uw toestel opnieuw installeert.
64 van 76