Inhoudsopgave
Advertenties
FoF:
Tijdsvertraging tussen het uitschakelen van twee verschillende ventilatoren
(0÷255 sec)
LSF:
Minimum setpunt voor ventilatoren: De meeteenheid is afhankelijk van dEU. De
minimum waarde voor het setpunt.
HSF:
Maximum setpunt voor ventilatoren: De meeteenheid is afhankelijk van dEU. De
maximum waarde voor het setpunt
16.8 Alarmen – compressor sectie
PAo:
Geen sonde alarm bij opstart. Tijdsinterval tussen het detecteren van de
alarmconditie na opstarten van de regelaar en het seinen van het corresponderende
alarm. (0÷255 min). During this time if the pressure is out of range all the compressor
are switched on.
Lage druk (temperatuur) alarmgrens – compressor sectie: De meeteenheid is
LAL:
afhankelijk van de parameter dEU: (PA04 ÷ HAL bar; -50.0÷HAL °C; PA04÷HAL PSI; -
58÷HAL °F) Het is onafhankelijk van het setpunt. Indien de waarde LAL bereikt wordt
is het alarm A03C actief, (na het vertragingsinterval tAo).
Hoge druk (temperatuur) alarmgrens – compressor sectie: De meeteenheid is
HAL:
afhankelijk van de parameter dEU: (LAL ÷ PA20 bar; LAL÷150.0 °C; LAL÷PA20 PSI;
LAL÷302 °F). Het is onafhankelijk van het setpunt. Indien de waarde HAL bereikt
wordt is het alarm A04C actief, (na het vertragingsinterval tAo).
tAo:
Lage en hoge druk (temperatuur) alarmvertraging– compressor sectie: (0÷255
min) tijdsinterval tussen het detecteren van een druk (temperatuur) alarm conditie en
het alarmsignaal.
ELP
Grenswaarde elektronische pressostaat: (-50°C÷SETC; -58°F÷SETC; PA04÷SETC);
Druk / temperatuurwaarde waarbij alle compressors uitgeschakeld worden. Dit moet
ingesteld worden enkele graden boven de lage drukgrens van de mechanische
pressostaat, om te voorkomen dat de mechanische pressostaat geactiveerd wordt.
SEr:
Onderhoudsalarm:
onderhoudsaanvraag is gegenereerd.
PEn:
Aantal schakelingen LD pressostaat: (0÷15). Als de LD pressostaat Pen keer in een
tijd PEI geactiveerd wordt blijven alle compressoren uit en dient de regelaar manueel
gereset worden (spanning uit/aan zetten). Telkens de LD pressostaat actief is,
worden alle compressoren uitgeschakeld.
PEI:
Groeperingstijd voor LD pressostaat: (0÷15 min) Interval, verbonden met de Pen
parameter, gebruikt om het aantal drukschakelingen te meten.
SPr:
Aantal uitgangen actief bij defecte sonde. (0÷#compr).
16.9 Alarmen – DLT sectie
dtL
DGS persleiding alarmtemperatuur (alarm altijd gekoppeld met sonde P3) (0÷180°C;
32÷356°F). Indien sonde 3 gebruikt wordt om de temperatuur te meten van de
persleiding van de DGS compressor, wordt de compressor uitgeschakeld wanneer de
grenswaarde wordt bereikt.
dLd
DGS persleiding alarmtemperatuur vertraging (alarm altijd gekoppeld met sonde
P3) (0÷15min)
dLH
DGS persleiding alarmherstel differentieel (alarm altijd gekoppeld met sonde P3)
(0.1÷25.5°C; 1÷50°F)
16.10 Alarmen – ventilatoren sectie
Lage druk alarmgrens – ventilatoren:
LAF:
parameter dEU: (FA04 ÷ HAF bar; -50.0÷HAF °C; FA04÷HAF PSI; -58÷HAF °F) Het is
XC645CX NL r1.0 08.08.2012.doc
(1÷9990
uren,
res.
XC645C X
10h)
aantal
draaiuren
De meeteenheid is afhankelijk van de
"A14"
na
24/40
Advertenties
Inhoudsopgave
