• Leidingen of onderdelen met koelmiddel worden in een positie geïnstalleerd waarbij het onwaarschijnlijk is
dat ze blootgesteld worden aan stoffen die de onderdelen die koelmiddel bevatten zullen corroderen, tenzij
de onderdelen gemaakt zijn uit materialen die van nature bestand zijn tegen corrosie of gepast beveiligd
zijn tegen corrosie.
1. 9 Controle van elektrische apparatuur
Initiële veiligheidscontroles zullen deel uitmaken van de procedure voor het herstellen en onderhouden van
elektrische onderdelen. Indien er een fout aanwezig is die de veiligheid in het gedrang kan brengen zal er geen
voeding op het circuit aangesloten worden tot wanneer dit probleem opgelost is. Als de fout niet onmiddellijk
gecorrigeerd kan worden maar de werking verder gezet moet worden, zal een adequate tijdelijke oplossing
gebruikt worden. Dit zal gemeld worden aan de eigenaar van de uitrusting zodat alle partijen op de hoogte
zijn. Initiële veiligheidscontroles zullen het volgende bevatten:
• dat condensatoren ontladen zijn: dit zal gebeuren op een veilige manier om de kans op vonken te vermij-
den;
• dat er geen onderdelen en bedrading onder spanning blootgesteld worden tijdens laden, recupereren of
spoelen van het systeem;
• dat het systeem voortdurend geaard is.
2
HERSTELLINGEN AAN AFGEDICHTE ONDERDELEN
2.1 Tijdens herstellingen aan afgedichte onderdelen moet alle elektrische voeding afgekoppeld worden van de
apparatuur vóór het verwijderen van afgedichte deksels, enz. Als het absoluut nodig is dat de voeding tijdens
onderhoudswerken aan de apparatuur aangesloten blijft moet een permanente lekdetectie geplaatst worden
ter hoogte van het meest kritische punt om te waarschuwen voor een mogelijk gevaarlijke situatie.
2.2 Er zal in het bijzonder aandacht besteed worden aan het volgende om te verzekeren dat tijdens het werken
aan elektrische onderdelen de behuizing niet gewijzigd wordt op een manier waarop het niveau van bevei-
liging beïnvloed wordt. Dit zal beschadiging van kabels, een teveel aan aansluitingen, klemmenblokken die
niet volgens specificatie zijn, beschadigingen aan dichtingen, onjuiste plaatsing van pakkingen, enz. bevatten.
Verzeker dat de apparatuur stevig gemonteerd is.
Verzeker dat de dichtingen of dichtingsmaterialen niet zodanig verouderd zijn dat ze het binnendringen van
brandbare atmosferen niet meer kunnen voorkomen. Vervangonderdelen zullen voldoen aan de specificaties
van de fabrikant.
OPMERKING Het gebruik van siliconen afdichtingsmiddel kan de effectiviteit van sommige types van appara-
tuur voor lekdetectie verminderen. Intrinsiek veilige onderdelen moeten niet geïsoleerd worden vooraleer er
aan gewerkt wordt.
3
HERSTELLINGEN AAN INTRINSIEK VEILIGE ONDERDELEN
Breng geen permanent inductieve of capacitieve ladingen aan op het circuit zonder te verzekeren dat deze de
maximaal toegelaten spanning en stroom voor de gebruikte apparatuur niet overschrijden.
Intrinsiek veilige onderdelen zijn enkel deze onderdelen van het type waaraan gewerkt kan worden onder
spanning in een brandbare atmosfeer. De testapparatuur zal van de juiste klasse zijn.
Vervang onderdelen enkel door onderdelen met de specificaties van de fabrikant. Andere onderdelen kunnen
leiden tot ontsteking van het koelmiddel in de atmosfeer ten gevolge van een lek.
4
BEKABELING
Controleer dat de bekabeling niet beïnvloed is door slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen, scherpe
randen of andere negatieve omgevingseffecten. De controle zal ook rekening houden met de effecten van
veroudering of voortdurende trillingen die veroorzaakt worden door compressoren of ventilatoren.
5
DETECTIE VAN BRANDBARE KOELMIDDELEN
Er zullen onder geen omstandigheden mogelijke ontstekingsbronnen gebruikt worden tijdens het zoeken naar
of detecteren van lekken van koelmiddel. Een halidelamp (of een andere detector met open vlam) zal niet
gebruikt worden.
6 METHODES VAN LEKDETECTIE
De volgende methodes van lekdetectie worden als aanvaardbaar beschouwd voor systemen die brandbare
koelmiddelen bevatten. Elektronische lekdetectoren zullen gebruikt worden om brandbare koelmiddelen
te detecteren maar de gevoeligheid kan onvoldoende zijn of ze moeten opnieuw gekalibreerd worden.
(Detectieapparatuur zal gekalibreerd worden in een omgeving vrij van koelmiddel.)
Verzeker dat de detector geen mogelijke ontstekingsbron is en geschikt is voor het gebruikte koelmiddel.
Lekdetectie-apparatuur zal ingesteld worden op een percentage van de LEL van het koelmiddel en zal geka-
libreerd worden volgens het koelmiddel dat gebruikt wordt en het gepaste percentage aan gas (25 % maxi-
mum) bevestigd is.
Vloeistoffen voor lekdetectie zijn geschikt voor gebruik voor de meeste koelmiddelen maar het gebruik van
detergenten die chloor bevatten zal vermeden worden omdat het chloor kan reageren met het koelmiddel en
het koperen leidingwerk kan corroderen.
Als er een vermoeden van een lek is zullen alle open vlammen verwijderd/gedoofd worden.
1
143