RICHTING VAN LUCHTCIRCULATIE AANPASSEN
De instructies met betrekking tot de verwarming (*) zijn alleen van toepassing voor het "HEAT & COOL MODEL" (omgekeerde cyclus).
Pas de luchtstromen omhoog, omlaag, links en rechts aan met de SET knoppen op de afstandsbediening.
●
Gebruik de SET knoppen nadat de binnenunit opgestart is en de luchtstroomkleppen niet meer bewegen.
●
Afstellen van de verticale luchtrichting
Druk op de SET knop (verticaal).
Elke keer als de knop wordt ingedrukt, zal de luchtrichting wijzigen zoals hieronder:
1
Instelling soorten luchtstroom:
: In koel/droge modussen (cool/dry):
1, 2, 3
: In de verwarmingsmodus*
1, 2, 3, 4, 5
De display van de afstandsbediening
wijzigt zich niet.
Gebruik de luchtstroomaanpassingen binnen bovenstaand bereik.
●
De richting van de verticale luchtstroom wordt automatisch ingesteld zoals weergegeven,
●
in overeenstemming met het functietype.
Horizontale stroom 1
Neerwaartse stroom 5
In de AUTO modus, zal de luchtstroom in de eerste minuut nadat de unit is opgestart,
●
horizontaal zijn 1; gedurende deze periode zal de luchtstroom niet kunnen worden
aangepast.
Afstellen van de horizontale luchtrichting
Druk op de SET knop (horizontaal).
Elke keer als de knop wordt ingedrukt, zal de luchtrichting wijzigen zoals hieronder:
1
De display van de afstandsbediening wijzigt zich niet.
Gebruik de luchtstroomaanpassingen binnen bovenstaand bereik.
●
2
3
4
5
: In de koel/droge modus (cool/dry)
: In de verwarmingsmodus*
2
3
4
5
Rechts/links luchtstroomkleppen
1 2
3
5
4
Plaats nooit vingers of vreemde objecten in
de uitlaatopeningen, want de interne ventilator
werkt op volle snelheid en kan persoonlijk letsel
veroorzaken.
●
1
2
3
4
5
●
●
WAARSCHUWING
Als u toch probeert de kleppen van de
richting van de luchtstroom naar boven of
naar beneden of naar links of naar rechts
te zetten kan de unit slecht gaan werken;
stop het apparaat in dit geval en start het
dan opnieuw. De kleppen zullen nu goed
moeten gaan werken.
Plaats gedurende het gebruik van de
koelende en droge modussen, de klep-
pen voor de richting van de lucht voor
omhoog/omlaag nooit gedurende een
lange tijd in het warmtebereik (4 tot 5),
omdat mogelijk waterdamp in de buurt
van de uitlaatkleppen kan condenseren
en waterdruppels van de airconditioner
kunnen druppelen. Wanneer de kleppen
voor de richting van de luchtstroom bij
gebruik van de koelende en droge mo-
dussen, voor meer dan 30 minuten in het
verwarmingsbereik worden gehouden,
zullen ze automatisch teruggaan naar
positie 3.
Als u de unit in een kamer gebruikt waar
baby's, kleuters, oudere personen of
zieke personen zijn dient u voorzichtig
te zijn met hoe u de luchtrichting en ka-
mertemperatuur gebruikt en moet u deze
correct instellen.
Nl-11