7. Druk gelijktijdig op beide knoppen van
een overvalzender die niet aan een an-
dere gebruiker is toegewezen. Als u geen
overvalzender wilt toewijzen toetst u Y.
Het display laat u nu weten dat de nieuwe
gebruiker aan het systeem is toegevoegd.
Zo verwijdert u gebruikers
1. Open het gebruikersmenu en kies Gebrui-
kers - Verwijder gebruiker.
Op de onderste regel van het display
staat de eerste gebruiker die binnen het
systeem bekend is.
2. Blader met of naar de gebruiker die
u wilt wissen.
3. Toets .
Het display toont: 'Alles wissen' (van deze
gebruiker).
4. Toets Y .
Het systeem wist de naam van de gebrui-
ker, zijn toegangscode en alle aan hem
toegewezen zenders.
Nadat u een gebruiker uit het systeem hebt
gewist reageert het systeem niet meer op
zijn toegangscode of tag. Bovendien 'vergeet'
het centrale controlepaneel de identiteit van
zijn afstandsbediening en overvalzender.
Zo kunt u het logboek inzien
Het systeem houdt een logboek bij met de
laatste 250 gebeurtenissen (bijvoorbeeld:
alarmmeldingen, in- en uitschakelingen).
1. Open het gebruikersmenu en kies Log-
boek.
Het display toont de meest recente ge-
beurtenis.
2. Met en bladert u door het logboek,
toont oudere gebeurtenissen, toont
de meer recente gebeurtenissen.
3. Toets voor meer details van de gebeur-
tenis.
4. Toets om het logboek af te sluiten.
Zo kunt u delen van het systeem testen
Als u vermoedt dat het systeem niet goed
functioneert kunt u met het testmenu een
aantal aangesloten apparaten testen. Als
de test uw vermoeden bevestigt neem dan
direct contact op met uw installateur.
Met het testmenu kunt u ook de identiteit
van afstandsbedieningen, tags en overval-
zenders controleren.
Voordat u met een test begint controleert u
eerst of het systeem is uitgeschakeld.
1. Open het gebruikersmenu en kies Test.
Het display toont het testmenu.
2. Met en bladert u naar het onderdeel
van het systeem dat u wilt testen.
3. Toets om het testmenu af te sluiten.
U kunt elk onderdeel van het testmenu als
volgt testen:
Sirene
Toets om de sirene afwis-
selend aan/uit te zetten.
Het woord 'Aan' of 'Uit' in
het display geeft aan of u de
sirene zou moeten horen.
Bedienings-
Druk elke toets achtereen-
paneel
volgend in. Op het display
ziet u het betreffende teken.
Druk gelijktijdig op beide
overvalknoppen voor het
testen van de overvalmel-
ding. Toets om de test te
beëindigen.
Looptest
Het display toont alle
aangesloten detectoren.
De bovenste regel toont de
resterende detectoren die
getest moeten worden. Loop
rond en activeer daarmee
elke detector. Elke keer dat
u een detector activeert
hoort u een dubbelsignaal.
Op het display verschijnt
aan het eind van de betref-
fende regel een 'A'. U kunt
geen 24-uurzones of brand-
zones testen.
Afstands-
Druk op een knop van de
bedieningen
afstandsbediening. Op het
display ziet u de identi-
teit van de gebruiker van
deze afstandsbediening en
de knop die u volgens het
systeem hebt ingedrukt.
Druk achtereenvolgend op
de overige knoppen van de
afstandsbediening.
Overval-
Druk beide knoppen van de
zenders
overvalzender gelijktijdig
in. Op het display ziet u de
identiteit van de gebruiker
van deze zender.
Tags
Houdt de tag voor het bedie-
ningspaneel. Op het display
ziet u de identiteit van de
gebruiker van deze tag.
Systeemconfiguratie
Met de functie 'Systeemconfiguratie' kunt u
delen van het systeem aanpassen aan uw
persoonlijke wensen. Als u uitgebreide veran-
deringen wilt in de werking van het systeem
neemt u contact op met uw installateur.
Controleer of het systeem is uitgeschakeld en
Blz.