6
Voer de naam in door de numerieke toetsen in overeenstemming met
het onderstaande overzicht te bedienen. Er kunnen max. 20
karaktertekens worden ingevoerd. (Zie stap 6 in "Invoeren van uw
naam en faxnummer" in hoofdstuk 1 voor nadere details).
• •
Indien u geen naam wilt invoeren, kunt u deze stap overslaan.
• •
Om twee maal dezelfde letter achter elkaar in te voeren, waarvoor
u de zelfde toets moet gebruiken, dient u na het invoeren van de
eerste letter één keer de SPEAKER toets in te drukken en
vervolgens de tweede letter in te voeren.
Voorbeeld: SHARP = 7 7 7 7 7 4 4 4 2 2 7 7 7 7
A =
B =
C =
D =
E =
F =
G =
H =
I =
7
Druk op de START toets.
8
Keer terug naar stap 3 om een ander nummer op te slaan of druk op
STOP om het invoeren te beëindigen. Wanneer het nummer wordt
gebruikt voor het kiezen m.b.v. snelkiestoetsen, kunt u de naam op
het desbetreffende etiket schrijven.
Opslaan van netnummers en toegangscodes
U kunt ook een netnummers of toegangscode in een snelkiestoets of
verkort kiesnummer opslaan. Om dit nummer bij het kiezen te
gebruiken, zie "Kiezen m.b.v. combinatie kiezen" in hoofdstuk 5, "Het
maken van telefoongesprekken".
Opmerking: een netnummer of toegangscode dat is opgeslagen in een
Zenden van een faxbericht d.m.v. automatisch kiezen
J =
K =
L =
M =
N =
O =
P =
Q =
R =
snelkiesnummer of verkort kiesnummer kan alleen worden
gebruikt wanneer de hoorn wordt opgenomen of wanneer de
SPEAKER toets wordt ingedrukt voor het kiezen.
SPEAKER
S =
T =
U =
V =
W =
X =
Y =
Z =
SPACE =
START
STOP
Stap 3 of
7 7
41