3
Beschrijving
I
Weergave van een configuratie- of instellingenmenu
Geselecteerde
parameter
Tijdens de weergave van een menu wordt de parame-
terlijst in de centrale weergave weergegeven.
De geselecteerde parameter verschijnt in tegengestelde
kleuren. Een cursor rechts van de centrale weergave
geeft de positie van de selectie in de lijst aan.
Volgende functies kunnen met de toetsen geselecteerd
worden:
-
: selecteert de bovenste parameter uit de lijst.
-
: selecteert de onderste parameter uit de lijst.
-
: bevestigt de geselecteerde parameter.
-
: gaat terug naar het vorige scherm, zonder
bevestiging.
3.3 De lokale temperatuursensor
De omgevingscontroller is uitgerust met een lokale tempera-
tuursensor en geeft de gemeten waarde op het scherm weer.
3.4 De wekker
De omgevingscontroller integreert
een wekker met vier verschillende
alarmbellen.
• Om de alarmbel te stoppen, drukt
u op om het even welke toets.
92
De omgevingscontroller kan door twee modi geparame-
treerd worden.
I
Positiecursor
Hij laat toe volgende parameters in te stellen:
I
Hij laat toe volgende parameters in te stellen:
De verschillende modi
4
De modus Instellingen
- Uur – datum
- Wekker
- Alarmbel
- Contrast
- Achtergrondlicht
- Beep
- Datumformaat
- Referenties
De modus Configuratie
- Etiketten
- Display
- Taal
- Terugstelling
Indien geen enkele handeling na 10 minuten wordt
uitgevoerd, gaat de omgevingscontroller automatisch
uit de modus Instellingen of Configuratie.
93
hager