INSPECTIE VOOR DE RIT
CHECKLIST
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het voertuig in optimale staat te houden. De
bestuurder moet het voertuig via eenvoudige maar grondige inspecties controleren om ervoor te zorgen
dat het voertuig in optimale staat verkeert. Vóór elke rit moeten enkele belangrijke onderdelen snel worden
gecontroleerd om ernstige storingen van het voertuig, die tot ernstige ongevallen kunnen leiden, te voorkomen.
OPMERKING
Voor elke rit moet een korte inspectie worden uitgevoerd. Dit duurt maar even en is voor uw eigen veiligheid.
WAARSCHUWING
NLD
Indien tijdens de inspectie een onderdeel van het voertuig defect blijkt te zijn, dient u het voertuig door een
erkende dealer te laten repareren. In geval van nalatigheid van de eigenaar van het voertuig, zoals gebrek
aan zorg en onderhoud, het gebruik van het voertuig met defecte of niet goed onderhouden onderdelen,
aanvaardt de fabrikant geen garantie.
Onderdelen
Remsysteem
Banden
Gashandgreep
Zijstandaard
Bevestigingselementen
op het chassis
Chassis
Display en verlichtingg
Accu
Besturing
18 XAM
Activiteiten
•
Wanneer u de rem bedient, mag de remhendel het stuur niet raken.
•
Het remsysteem moet met een constante druk werken. Als de vereiste remkracht pas na
meerdere keren trekken aan de remhendel wordt bereikt, neem dan contact op met een
erkende dealer om het remsysteem te laten controleren.
•
Controleer de remleidingen op vloeistoflekkage.
•
Controleer de remblokken. Als de remblokken op enig punt slechts 1 mm dik zijn, moet
u ze vervangen.
•
Controleer of de wielen goed lopen.
•
Controleer of de banden beschadigd zijn en of de profieldiepte voldoende is.
•
Controleer de bandenspanning en corrigeer indien nodig
•
Controleer of de gashendel normaal werkt en soepel draait zonder vast te lopen.
Controleer of de resetpositie normaal is.
•
Controleer de bedrijfstoestand. Wanneer het voertuig is ingeschakeld en de gashendel
wordt bediend, moet de zijstandaard zijn ingeklapt.
•
Controleer of alle zichtbare schroeven en moeren goed vastzitten. Draai ze aan indien
nodig.
•
Controleer de werking van de schokdempers door ze enkele malen in te drukken.
Controleer ook de voor- en achterschokdempers op lekkage en vuil.
•
Gebruik de voorremmen en druk het stuur enkele malen omlaag om te controleren of
de voorste schokdempers goed werken. Druk enkele malen hard op het zadel om te
controleren of de achterschokdemper goed werkt.
•
Controleer of alle lichten op het display en op het voertuig goed werken. Dit is vooral
belangrijk om zichtbaar te zijn voor andere weggebruikers.
•
Zorg ervoor dat de batterij altijd volledig is opgeladen voor gebruik.
•
Controleer of er geen storingen zijn en smeer zo nodig het draaipunt van de
stuurinrichting.