VLT® OneGearDrive®
Bedieningshandleiding
8.
Sluit de remkap en draai de kapmoeren [11] aan met een aanhaalmoment van 2,3 Nm (20,36 in-lb). Vervang de kunststof
schijven altijd door nieuwe.
9.
Sluit de rem aan op de gelijkrichter (zie
8.3 Inspectie tijdens bedrijf
Veranderingen ten opzichte van het normale bedrijf, zoals hogere temperaturen, trillingen en geluiden, wijzen op een aantasting
van de werking. Om fouten te voorkomen die direct of indirect kunnen leiden tot lichamelijk letsel of schade aan eigendommen,
moet u het verantwoordelijke onderhoudspersoneel hierover informeren. Schakel de VLT® OneGearDrive® bij twijfel onmiddellijk
uit.
Voer regelmatig inspecties uit tijdens bedrijf. Controleer de VLT® OneGearDrive® met regelmatige tussenpozen op afwijkingen. Zie
ook
8.2
Onderhoudstaken.
Let met name op:
•
Ongewone geluiden.
•
Oververhitte oppervlakken (bij normaal bedrijf kunnen er temperaturen tot 70 °C (158 °F) optreden); zie
akteristieken.
•
Onregelmatig lopen.
•
Sterke trillingen.
•
Losse bevestigingsmaterialen.
•
Staat van elektrische bedrading en kabels.
•
Slechte afvoer van warmte.
Oververhitte oppervlakken kunnen het gevolg zijn van een onjuiste tandwielkastselectie of een onjuiste parametersetup in de fre-
quentieregelaar. Neem bij afwijkingen of problemen contact op met de serviceafdeling van Danfoss.
8.4 Reparatie
-
Neem altijd contact op met het Danfoss verkoopkantoor in uw regio voor informatie over het reparatiebeleid.
8.5 Olie
8.5.1 Olieverversing
Bij levering is de VLT® OneGearDrive® voorzien van olie en bedrijfsklaar.
In geval van deellastbedrijf moet de olie na maximaal 35000 draaiuren worden ververst (zie
motorkarakteristieken bij verschillende belastingen). De olieverversingsintervallen zijn gebaseerd op normale bedrijfsomstandighe-
den en een olietemperatuur van ongeveer 70 °C (158 °F). Het olieverversingsinterval moet worden verkort bij hogere temperaturen
(halveer het interval voor elke 10 K stijging van de olietemperatuur).
De VLT® OneGearDrive® beschikt over een afvoer en vulopeningen, zodat de olie kan worden ververst zonder de eenheid te demon-
teren.
Inspecteer de afdichtingen en vervang ze zo nodig wanneer u de olie ververst.
Spoel de VLT® OneGearDrive® door als u een andere kwaliteit of soort olie gaat gebruiken (zie
8.5.2 Kwaliteitsklasse olie
De gebruikte soort olie staat vermeld op het typeplaatje. Danfoss maakt gebruik van voor de voedingsmiddelenindustrie geschikte
smeermiddelen die voldoen aan NSF H1.
Vermeng geen verschillende oliesoorten, aangezien de eigenschappen van de olie daardoor kunnen worden aangetast.
Neem contact op met Danfoss voor meer informatie over oliesoorten.
8.5.3 Olievolume
De aanbevolen hoeveelheid olie voor de specifieke montagepositie staat vermeld op het motortypeplaatje. Controleer na het vull-
en met de bij de optionele serviceset voor oliecontrole geleverde oliepeilstok of het oliepeil correct is.
26 | Danfoss A/S © 2020.12
9.7.2.3
Aansluitingen).
L E T
O P
Onderhoud, uitbedrijfname en
9.4 Toeren-/koppelkar-
9.4 Toeren-/koppelkarakteristieken
8.5.4 De olie
verversen).
AQ347551551757nl-000101 / 130R0239
afvoer
voor