+49 2680 181-0. Een lijst met bevoegde dealers vindt u op www.ewm-group.com/en/specialist-dealers. De aansprakelijkheid voor het gebruik van deze installatie beperkt zich uitsluitend tot de werking van de installatie.
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave ............................3 2 Voor uw veiligheid ..........................5 Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie ..............5 Verklaring van symbolen ....................... 5 Onderdeel van de complete documentatie ..................6 3 Gebruik overeenkomstig de bestemming ...................
Pagina 4
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie 5.2.2.1 Hotstart-stroom ....................38 5.2.2.2 Hotstart-tijd ....................38 5.2.3 Antistick ......................... 38 5.2.4 Gemiddelde waarde-pulsen ..................39 Energiebesparingsmodus (Standby) .................... 39 Toegangsbesturing ........................40 Spanningsverminderingsvoorziening ................... 40 Configuratiemenu voor apparatuur ....................41 5.6.1 Selectie, wijziging en opslag van parameters...............
Voor uw veiligheid Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie Voor uw veiligheid Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie GEVAAR Werk- of gebruiksmethoden die nauwkeurig moeten worden aangehouden om een gerede kans op zwaar letsel of dood door ongeval van personen uit te sluiten. •...
Voor uw veiligheid Onderdeel van de complete documentatie Sym- Beschrijving Symbool Beschrijving bool Uitgang Signaallampje knippert groen Tijdweergave Signaallampje licht rood op (voorbeeld: 4s wachten/indrukken) Onderbreking in de menuweergave Signaallampje knippert groen (meer instelmogelijkheden mogelijk) Gereedschap niet vereist/niet gebrui- Gereedschap vereist/gebruiken Onderdeel van de complete documentatie Dit document is een onderdeel van de complete documentatie en is uitsluitend geldig in combinatie- met de complete documentatie! Lees en volg de gebruikshandleidingen van alle...
• Het apparaat mag niet onvakkundig worden gewijzigd of omgebouwd! Gebruik en bediening uitsluitend met de volgende apparatuur • Tetrix 230 Comfort 2.0 (T4.03) Meegeldende documenten/Geldige aanvullende documenten • Gebruikershandleidingen van verbonden lasapparaten • Documenten van optionele uitbreidingen...
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen De beschrijving van de apparaatbesturing is onderverdeeld in twee delen (A, B) ten behoeve van de overzichtelijkheid. De instelbereiken van parameterwaarden zijn samengevat in het hoofdstuk Parameteroverzicht > zie hoofdstuk 7.1. Afbeelding 4-1 Pos.
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen 4.1.1 Besturingsdeel A Afbeelding 4-2 Pos. Symbool Beschrijving Lasgegevensweergave (3 digits) Weergave van lasparameters en bijbehorende waarden > zie hoofdstuk 4.2 Drukknop gastest > zie hoofdstuk 5.1.1 Drukknop bedrijfsmodus > zie hoofdstuk 5.1.4 / energiebesparingsmo- dus >...
Pagina 10
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen Pos. Symbool Beschrijving Signaallampje functie -teken Geeft aan dat in een omgeving met verhoogd elektrisch risico lassen mogelijk is (bijv. in ketels). Licht het signaallampje niet op, dan moet de servicedienst absoluut worden gewaarschuwd. Signaallampje, koelmiddelstoring Geeft het drukverlies of koelvloeistofgebrek in het koelmiddelcircuit aan.
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen 4.1.2 Besturingsdeel B Afbeelding 4-3 Pos. Symbool Beschrijving Drukknop parameterselectie, links De lasparameters van de functie zijn achtereenvolgens naar links selecteerbaar. Bij besturingen zonder deze drukknop kan deze instelling alleen met de besturingsknop worden uitgevoerd. Besturingsknop Centrale besturingsknop voor bediening door draaien en indruk- ken >...
Besturing - bedieningselementen Appraatweergave Pos. Symbool Beschrijving Signaallampje AC-frequentie (TIG, JOB 1-7)/pulsfrequentie (TIG, gemiddelde waardepul- sen)/pulsfrequentie (elektrode lassen) Appraatweergave De volgende lasparameters kunnen voor (instelwaarden), tijdens (werkelijke waarden) of na het lassen (hold-waarden) worden weergegeven: Parameter Vóór het lassen Tijdens het lassen Na het lassen (instelwaarden) (werkelijke waarden)
Besturing - bedieningselementen Bediening van de apparaatbesturing 4.3.3 Instelling van lasparameters in functieverloop De instelling van een lasparameter wordt uitgevoerd met een korte druk op de besturingsknop (keuze van het functieverloop) en vervolgens door het draaien van de knop (navigatie naar de gewenste parameter). Door nogmaals de knop in te drukken wordt de geselecteerd parameter voor instelling geactiveerd (pa- rameterwaarde en desbetreffende signaallampje knipperen).
Beschrijving van de werking TIG-lassen Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.1 Gastest – instelling Hoeveelheidbeschermgas • Open langzaam de kraan van de gasfles. • Open de drukregelaar. • Schakel de stroombron in met de hoofdschakelaar. • Gashoeveelheid via drukregelaar in overeenstemming met de toepassing instellen. •...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.2 Selecteren De instelling van de wolfraamelektrodediameter heeft rechtstreekse invloed op apparaatfuncties, het TIG- ontstekingsgedrag en op minimale stroomgrenzen. Naargelang de ingestelde elektrodediameter wordt de ontstekingsenergie geregeld. Kleine elektrodediameters vereisen een lagere ontstekingsstroom of kleine- re ontstekingsstroomtijd dan grotere elektrodediameters.
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.2.1 Regelmatige lasopdrachten (JOB 1-7) Om regelmatige of afwijkende lasopdrachten permanent op te slaan, beschikt de gebruiker over 7 extra opslagplaatsen. Selecteer hiervoor de gewenste opslagplaats (JOB 1-7) en de lasopdracht op de eerder beschreven manier. Men kan uitsluitend van JOB omschakelen als er géén lasstroom stroomt.
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.3 Ontsteking vlamboog Het ontstekingstype kan in het expertmenu met parameter tussen HF-ontsteking ( ) en Liftarc ( ) worden geschakeld > zie hoofdstuk 5.1.9. 5.1.3.1 HF-ontsteking Afbeelding 5-3 De lichtboog wordt contactloos met hoogspannings-ontstekingspulsen gestart: a) de lastoorts in laspositie over het werkstuk plaatsen (afstand tussen de punt van de elektrode en het werkstuk ca.
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.4.2 2-takt-bedrijf Selecteren Afbeelding 5-5 Proces Afbeelding 5-6 1e takt: • Toortsknop 1 indrukken en vasthouden. • Gasvoorstroomtijd loopt af. • HF-ontstekingsimpulsen springen van de elektrode over naar het werkstuk, de vlamboog ontsteekt. • Lasstroom vloeit en gaat onmiddellijk naar de ingestelde waarde van de startstroom •...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 1e takt • Toortsknop 1 indrukken, gasvoorstroomtijd loopt af. • HF-ontstekingsimpulsen springen van de elektrode over naar het werkstuk, de vlamboog ontsteekt. • Lasstroom vloeit en gaat onmiddellijk naar de vooraf ingestelde startstroomwaarde (zoekvlam- boog bij instelling minimaal). HF schakelt uit. 2e takt •...
Pagina 22
Beschrijving van de werking TIG-lassen Afbeelding 5-10 Als voorbeeld wordt het ontstekingsproces van de HF-ontsteking weergegeven. De vlamboogontsteking met Liftarc is echter ook mogelijk > zie hoofdstuk 5.1.3. Proces: • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Gasvoorstroomtijd loopt af. • HF-ontstekingsimpulsen springen van de elektrode over naar het werkstuk, de vlamboog ontsteekt. •...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.4.5 spotmatic In tegenstelling tot de bedrijfsmodus spotArc wordt de vlamboog niet zoals gebruikelijk met het indrukken van de toortsknop gestart, maar door de wolfraamelektrode kort op het werkstuk te plaatsen. De toorts- knop is bedoeld voor de vrijgave van het lasproces. De vrijgave wordt aangegeven door het knipperen van spotArc/spotmatic.
5.1.5 TIG-activArc-lassen Het EWM-activArc-proces zorgt door het uiterst dynamische regelsysteem ervoor dat bij afstandsveranderingen tussen lastoorts en smeltbad, bijv. tijdens handmatig lassen, het aangevoerde vermogen praktisch constant blijft. Spanningsverliezen als gevolg van een verkleining van de afstand tussen de toorts en het smeltbad worden door een stroomstijging (ampère per volt –...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.7 Pulslassen De volgende pulsvarianten zijn selecteerbaar: • Pulsautomatiek • Thermisch pulsen • Metallurgisch pulsen • Gemiddelde waarde-pulsen 5.1.7.1 Puls-automatiek De pulsvariant pulsautomatiek wordt uitsluitend in combinatie met de bedrijfsmodus spotArc bij het gelijk- stroomlassen geactiveerd. Door de stroomafhankelijke pulsfrequentie en -balance wordt een trilling in het lasbad gegenereerd die de overbrugbaarheid van de luchtspleet positief beïnvloedt.
Beschrijving van de werking TIG-lassen Instelling pulstijd EXIT Afbeelding 5-17 Instelling pulspauze EXIT Afbeelding 5-18 5.1.7.3 Pulslassen in de Up- en Down-Slope-fase De pulsfunctie tijdens de up- en down-slope fase kan indien gewenst ook worden gedeactiveerd (parameter ) > zie hoofdstuk 5.6. Afbeelding 5-19 099-00T403-EW505 14.07.2020...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.7.4 Gemiddelde waarde-pulsen Bijzonder aan gemiddelde waardepulsen is dat de voorgedefinieerde gemiddelde waarde altijd door de lasstroombron wordt aangehouden. Deze variant is daarom ideaal voor het lassen volgens lasvoorschrift. Om deze pulsvariant te activeren moet parameter in het apparaatconfiguratiemenu naar worden geschakeld.
Beschrijving van de werking TIG-lassen Instelling balance EXIT Afbeelding 5-23 Instelling frequentie EXIT Afbeelding 5-24 5.1.8 Lastoorts (bedieningsvarianten) Met dit apparaat kunnen verschillende toortsvarianten worden gebruikt. Functies van de bedieningselementen, zoals toortsschakelaars (BRT), wipschakelaars of potentiometers kunnen afzonderlijk via toortsmodi worden aangepast. Verklaring van de tekens op de display: Symbool Beschrijving...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.8.3 Up/down-snelheid: Werking Up-toets indrukken en ingedrukt houden: stroomverhoging tot het bereiken van de op de stroombron ingestelde maximumwaarde (hoofdstroom). Down-toets indrukken en ingedrukt houden: stroomverlaging tot het bereiken van de minimumwaarde. De instelling van de parameter Up-/Down-snelheid wordt in het apparaatconfiguratie- menu >...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.8.5 TIG-standaardtoorts (5-polig) Standaardtoorts met één toortsknop Bedieningsele- Afbeelding Verklaring van de gebruikte pictogrammen menten BRT1 = toortsknop 1 (lasstroom Aan/Uit; daalstroom via tiptoetsfunctie) Functies Modus Bedieningsele- menten Lasstroom Aan/Uit (af fabriek) Daalstroom (4-takt werkwijze) Standaard toorts met twee toortsknoppen Afbeelding Bedieningsele-...
Pagina 31
Beschrijving van de werking TIG-lassen Standaard toorts met een tuimelschakelaar (tuimelschakelaar, twee toortsknoppen) Afbeelding Bedieningsele- Verklaring van de gebruikte pictogrammen menten BRT 1 = toortsknop 1 BRT 2 = toortsknop 2 Bedieningsele- Functies Modus menten Lasstroom Aan/Uit Daalstroom (af fab- riek) Daalstroom (tiptoetsfunctie )/(4-takt werkwijze)
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.8.7 Traploos regelbare lastoorts (8-polig) Alvorens het lasapparaat in bedrijf te nemen, moet het worden geconfigureerd met een traploos verstelbare toorts > zie hoofdstuk 5.1.8.8. Traploos regelbare lastoorts met één toortsknop Afbeelding Bedieningsele- Verklaring van de gebruikte pictogrammen menten BRT 1 = toortsknop 1 Bedieningsele-...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.8.8 Aansluiting TIG traploos verstelbare toorts configureren GEVAAR Gevaar voor verwonding door elektrische spanning na uitschakeling! Werkzaamheden aan een open apparaat kunnen tot dodelijke verwondingen leiden! Tijdens werking worden de condensatoren in het apparaat met elektrische spanning geladen.
Beschrijving van de werking Elektrodelassen Display Instelling / selecteren Ontstekingstype (TIG) ------- HF-ontsteking geactiveerd (af fabriek) ------- Ontstekingstype Liftarc geactiveerd Elektrodelassen 5.2.1 Selecteren Wijzigingen van de basislasparameters zijn alleen mogelijk als er geen lasstroom vloeit en de eventueel bestaande toegangsbesturing niet is geactiveerd > zie hoofdstuk 5.4. De onderstaande selectie van de lasopdracht is een toepassingsvoorbeeld: de selectie wordt altijd in de- zelfde volgorde uitgevoerd.
Beschrijving van de werking Elektrodelassen 5.2.2.1 Hotstart-stroom EXIT Afbeelding 5-29 5.2.2.2 Hotstart-tijd EXIT Afbeelding 5-30 5.2.3 Antistick Antistick voorkomt het uitgloeien van de elektrode. Als de elektrode vastbrandt, dan schakelt het apparaat automatisch binnen ong. 1 sec. over op minimale stroom. Het uitgloeien van de elektrode wordt voorkomen.
Beschrijving van de werking Energiebesparingsmodus (Standby) 5.2.4 Gemiddelde waarde-pulsen Bij gemiddelde waardepulsen wordt regelmatig tussen twee stromen geschakeld. De gebruiker kan de parameters lasstroom (gemiddelde stroomwaarde AMP), pulsstroom Ipuls (parameter ), balance en frequentie aan de lasopdracht aanpassen. De pulspauzestroom (IPP) wordt door de apparaatbe- sturing berekend zodat de gemiddelde waarde van de lasstroom (AMP) wordt aangehouden en weerge- geven.
Beschrijving van de werking Toegangsbesturing Toegangsbesturing Om verstelling door onbevoegden of onbedoelde verstelling te voorkomen kan de apparaatbesturing worden vergrendeld. De toegangsblokkering werkt als volgt: • Parameters en instellingen in het apparaatconfiguratiemenu, in het expertmenu en in het functiever- loop worden weergegeven, maar kunnen niet worden gewijzigd. •...
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur Configuratiemenu voor apparatuur De basisinstellingen van het apparaat worden in het apparaatconfiguratiemenu uitgevoerd. 5.6.1 Selectie, wijziging en opslag van parameters ENTER EXIT NAVIGATION Afbeelding 5-34 099-00T403-EW505 14.07.2020...
Pagina 42
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur Display Instelling / selecteren Menu verlaten Exit Menu toortsconfiguratie Lastoortsfuncties instellen Toortsmodus (af fabriek 1) > zie hoofdstuk 5.1.8.2 Up/down-snelheid > zie hoofdstuk 5.1.8.3 Waarde verhogen > snelle stroomverandering Waarde verlagen > langzame stroomverandering Stroomsprong >...
Pagina 43
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur Display Instelling / selecteren Fout Foutmelding na invoer van verkeerde apparaatcode Toegangsbediening – toegangscode Instelling: 000 tot 999 (af fabriek 000) Apparaatcode Opvraag 3-positie apparaatcode (000 tot 999), gebruikersinvoer Fout Foutmelding na invoer van verkeerde apparaatcode Nieuwe apparaatcode •...
Verhelpen van storingen Configuratiemenu voor apparatuur Verhelpen van storingen Alle producten worden onderworpen aan strenge productie- en eindcontroles. Mocht er desondanks toch een keer iets niet werken, controleer het product dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de aangegeven mogelijkheden om het defect te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
Verhelpen van storingen Foutmeldingen (Stroombron) Foutmeldingen (Stroombron) Een storing wordt afhankelijk van de weergavemogelijkheden van de apparaatweergave als volgt weer- gegeven: Weergavetype - apparaatbesturing Weergave Grafisch display twee 7-segment weergaven een 7-segment weergave De mogelijke oorzaak van de storing wordt aangegeven met het desbetreffende storingsnummer (zie ta- bel).
Verhelpen van storingen Dynamische capaciteitsaanpassing Dynamische capaciteitsaanpassing Basisvoorwaarde is een correcte uitvoering van de netzekering. Volg de aanwijzingen over de netzekering! Met deze functie kan het apparaat worden afgesteld op de zekering van de netaansluiting van het ge- bouw. Zo kan een constante activering van de netbeveiliging worden voorkomen. Het maximaal opgeno- men vermogen van het apparaat wordt begrensd tot de waarde van de bestaande netbeveiliging (meer- dere trappen mogelijk).