Tabel 3-2
Algemene problemen en oplossingen
Problemen
Het scherm is leeg of de
video flikkert.
Het beeld is onscherp,
onduidelijk of te donker.
'Invoersignaal niet gevonden'
wordt op het scherm
weergegeven.
'Ingangssignaal buiten bereik'
wordt op het scherm
weergegeven.
De monitor gaat niet naar
een energiespaarstand.
'Schermmenu vergrendeld'
wordt weergegeven.
'Aan-uitknop vergrendeld'
wordt weergegeven.
Knopvergrendelingen
De vergrendelingsfunctie van de knop is alleen beschikbaar wanneer de monitor is ingeschakeld, een actief
signaal wordt weergegeven en het schermmenu is gesloten. Als u de aan-uitknop of de joystick voor het
Schermmenu
herstellen door deze opnieuw gedurende 10 seconden ingedrukt te houden.
Contact opnemen met ondersteuning
Gratis telefonische ondersteuning is beschikbaar gedurende een jaar na aankoop van uw product.
OPMERKING:
bepaalde producten) of andere kabels die met de monitor zijn geleverd, te vervangen.
24
Hoofdstuk 3 De monitor gebruiken
Mogelijke oorzaak
Het netsnoer is losgekoppeld.
De monitor is uitgeschakeld.
De videokabel is niet juist
aangesloten.
Het systeem staat in de automatische
slaapstand.
De videokaart is niet compatibel.
De helderheidsinstelling is te laag.
De videokabel van de monitor is niet
aangesloten.
De videoresolutie en/of
vernieuwingsfrequentie zijn hoger
ingesteld dan wat de monitor
ondersteunt.
De energiebeheerfunctie van de
monitor is uitgeschakeld.
De vergrendelingsfunctie voor het
schermmenu van de monitor is
ingeschakeld.
De vergrendelingsfunctie voor de
aan-uitknop op de monitor is
ingeschakeld.
gedurende 10 seconden ingedrukt houdt, wordt deze knop vergrendeld. U kunt deze knop
Neem contact op met de klantenservice om het netsnoer, de netvoedingsadapter (alleen
Oplossing
Sluit het netsnoer aan.
Druk op de aan-uitknop van de monitor.
OPMERKING:
Als de aan-uitknop niet werkt, houdt u deze
knop 10 seconden ingedrukt om de vergrendelingsfunctie
voor de aan-uitknop uit te schakelen.
Sluit de videokabel goed aan. Raadpleeg
op pagina 9
voor meer informatie.
Druk op een toets op het toetsenbord of beweeg de muis om
de schermbeveiliging te deactiveren.
Open het schermmenu en selecteer het menu Invoer. Stel
Autom. omschakeling ingang in op Uit en selecteer
handmatig de invoer.
of
Vervang de videokaart of sluit de videokabel aan op een van
de onboard-videobronnen van de computer.
Open het schermmenu en selecteer Helderheid om de
helderheidsschaal indien nodig aan te passen.
Sluit de juiste videosignaalkabel aan op de computer en de
monitor. Zorg ervoor dat de computer is uitgeschakeld
wanneer u de videokabel aansluit.
Wijzig de instellingen in een ondersteunde instelling (zie
Vooraf ingestelde beeldschermresoluties op pagina
Open het schermmenu en selecteer Energie, Automatische
slaapstand en Aan.
Houd de knop
Schermmenu
gedurende 10 seconden
ingedrukt om de vergrendelingsfunctie van het schermmenu
uit te schakelen.
Houd de knop
Aan-uit
gedurende 10 seconden ingedrukt om
de vergrendelingsfunctie van de aan-uitknop uit te schakelen.
De kabels aansluiten
30).