INSTALLATIE
Veiligheid
INSTALLATIE
7.
Veiligheid
Installatie, ingebruikname, evenals onderhoud en reparatie van
het toestel mogen alleen door een gekwalificeerde installateur
uitgevoerd worden.
7.1
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Wij waarborgen de goede werking en de bedrijfszekerheid uit-
sluitend bij gebruik van originele accessoires en vervangingson-
derdelen voor het toestel.
7.2
Voorschriften, normen en bepalingen
Info
Neem alle nationale en regionale voorschriften en be-
palingen in acht.
7.3
Wateraansluiting en veiligheidsgroep
Info
Voer alle werkzaamheden voor wateraansluiting en in-
stallatie uit conform de voorschriften.
Het reservoir moet voorzien zijn van metalen watertoevoer- en
-uitloopbuizen. Andere metalen delen van het reservoir die met
water in aanraking komen en die kunnen worden aangeraakt,
moeten permanent en betrouwbaar verbonden zijn met de aard-
leiding.
De max. toegelaten druk mag niet worden overschreden (zie
hoofdstuk "Technische gegevens/gegevenstabel" en de technische
gegevens van de boiler).
f Monteer een type-gekeurde veiligheidsklep in de koudwa-
f
teraanvoerleiding. Let erop dat daarvoor, afhankelijk van de
statische druk, eventueel ook een reduceerafsluiter nodig is.
f Dimensioneer de afvoerleiding op een wijze dat het water bij
f
volledig geopende veiligheidsklep ongehinderd kan worden
afgevoerd.
f Monteer de afblaasleiding van de veiligheidsklep met een
f
constante afwaartse helling in een vorstvrije ruimte.
f De afblaasopening van de veiligheidsklep moet geopend blij-
f
ven naar de atmosfeer.
8.
Toestelbeschrijving
8.1
Leveringsomvang
Bij het toestel wordt het volgende geleverd:
- 12 schroeven M14x35
- Kabeldoorvoeren (afhankelijk van het toesteltype onverpakt
bijgeleverd)
www.stiebel-eltron.com
8.2
Toebehoren
Noodzakelijk toebehoren
Afhankelijk van de statische druk zijn veiligheidsgroepen en redu-
ceerafsluiters verkrijgbaar. Deze type-gekeurde veiligheidsgroe-
pen beschermen het toestel tegen een verboden drukoverschrij-
ding.
Overig toebehoren
Als toebehoren is een contraflens leverbaar.
9.
Montage
Info
Voor de inbouw van het toestel moet het reservoir met
een contraflens zijn uitgerust (zie hoofdstuk "Toestelbe-
schrijving/toebehoren").
Info
De schakelruimte mag niet worden geïsoleerd, zodat de
temperaturen in de schakelruimte niet te hoog worden.
De condenswateropening in de flensschakelruimte moet
bij het isoleren van het reservoir geopend blijven, zodat
het condenswater zonder hinder kan wegdruppelen.
f Let bij de montage op de vereiste aanzetkoppels (zie hoofd-
f
stuk "Technische gegevens/gegevenstabel").
f Het is alleen toegestaan het toestel horizontaal in te bouwen
f
met de "doorvoeren voor elektriciteitskabels" omlaag gericht.
f Bouw het toestel enkel met parallel afgestelde verwarmings-
f
elementen en schermpijp in. Gebruik daarvoor de meegele-
verde schroeven. Stel de componenten eventueel achteraf af.
FCR 28 Si |
33