NL
■
Opzetstuk boomzaag (05) is ervoor bedoeld
om bomen en andere houtachtige gewassen
vanaf de grond te snoeien.
■
Opzetstuk heggenschaar (06) is ervoor be-
doeld om dunne takken en nieuwe scheuten
van heggen en struiken te verwijderen.
Het basisapparaat en de opzetstukken zijn uit-
sluitend bedoeld voor particulier gebruik buiten:
Elke andere toepassing, alsook een verboden
om- of aanbouw, worden beschouwd als niet be-
oogd gebruik en leidt tot het vervallen van de ga-
rantie, het verlies van de conformiteit (CE-marke-
ring) en de weigering van elke verantwoordelijk-
heid door de fabrikant wat betreft schade aan de
gebruiker of aan derden.
2.2
Mogelijk afzienbaar foutief gebruik
Het apparaat is noch bedoeld voor de commerci-
ele toepassing in openbare parken en sportfacili-
teiten, noch voor de toepassing in land- en bos-
bouw.
Voor boomzaag- en heggenschaar-opzetstukken
slechts één verlengbuis gebruiken, ook als er
verdere verlengbuizen beschikbaar zijn.
Opzetstuk zeis en gazontrimmer
■
Maai geen struiken, hagen, bomen of bloemen.
■
Til het apparaat tijdens het maaien niet op
van de grond.
■
Gebruik geen andere snijgereedschappen,
dan de originele, door de fabrikant geleverde
gereedschappen (mesblad, draadspoel)
Opzetstuk boomzaag
■
Snoei nooit takken, die zich recht boven of
onder een scherpe hoek ten opzichte van de
gebruiker of overige personen bevinden.
■
Gebruik het apparaat nooit terwijl u op een
ladder staat.
■
Gebruik het apparaat niet voor het zagen van
bouwmateriaal en kunststof
■
Gebruik nooit afgewerkte olie of minerale
olie.
Opzetstuk heggenschaar
■
Het opzetstuk heggenschaar nooit snel en
met geweld door de te snoeien takken du-
wen. Pas uw werkbewegingen aan de snel-
heid van het apparaat aan.
■
In de mesbalk vastgelopen takken nooit ver-
wijderen terwijl het apparaat draait.
■
Gebruik het apparaat nooit terwijl u op een
ladder staat.
50
■
Gebruik het apparaat niet voor het maaien
van gazons en gazonranden of om te com-
posteren plantmateriaal te versnipperen.
2.3
Overige risico's
Ook bij doelmatig gebruik van het apparaat, res-
teert altijd een zeker restrisico dat niet kan wor-
den uitgesloten. Uit de aard en de bouwwijze van
het apparaat kunnen, afhankelijk van het gebruik,
de volgende potentiële gevaren worden afgeleid:
■
Lichamelijk letsel als gevolg van hand/arm
zwaaibewegingen, wanneer het apparaat lan-
ge tijd aaneen wordt gebruikt of niet op cor-
recte wijze wordt gehanteerd of onderhou-
den.
■
Risico op brandwonden bij aanraken van he-
te onderdelen.
■
Brandgevaar.
Opzetstuk zeis en gazontrimmer
■
Wegslingeren van gesnoeid product en ina-
demen van gesneden deeltjes
■
Snijletsel wanneer in het draaiende maai-
draad wordt gegrepen.
■
Risico op voetletsel bij aanraking van snij-
werktuig daar waar dit niet is afgedekt.
Opzetstuk boomzaag
■
Contact met rondvliegend zaagsel en inade-
men van zaagseldeeltjes en oliestof
■
Letsel door rondvliegende delen van de
zaagketting
■
Snijletsel door de zaagketting
Opzetstuk heggenschaar
■
Contact met vallende en in het rond vliegen-
de afgesneden takken
■
Contact met takken die onder spanning staan
■
Snijletsel aan de mesbalk
■
Letsel als gevolg van afbrekende delen van
de mesbalk
2.4
Veiligheids- en
beveiligingsvoorzieningen
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel.
Defecte en buiten werking gestelde veiligheids-
en beschermingsapparatuur kunnen ernstig letsel
veroorzaken.
■
Laat defecte veiligheids- en beschermingsap-
paratuur repareren.
■
De veiligheids- en beschermingsuitrusting
nooit buiten werking stellen.
Productomschrijving
BC 260 MT