Anleitung_GH_PM_46_S_BS_SPK7__ 11.10.12 13:52 Seite 54
NL
Let op!
Bij het gebruik van gereedschappen dienen enkele
veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd om
lichamelijk gevaar en schade te voorkomen. Lees
daarom deze handleiding/veiligheidsinstructies
zorgvuldig door. Bewaar deze goed zodat u de
informatie op elk moment kunt terugvinden. Mocht u
dit gereedschap aan andere personen doorgeven,
gelieve dan deze handleiding/veiligheidsinstructies
mee te geven. Wij zijn niet aansprakelijk voor
ongevallen of schade die te wijten zijn aan niet-
naleving van deze handleiding en van de
veiligheidsinstructies.
1. Veiligheidsinstructies voor met de
hand geleide grasmaaiers
Aanwijzingen
1. Lees de handleiding aandachtig en zorgvuldig.
Maakt u zich vertrouwd met afstellingen en met
het juiste gebruik van de maaier.
2. Laat nooit toe dat kinderen of andere personen
die de handleiding niet kennen de maaier
gebruiken. Plaatselijke bepalingen kunnen de
minimumleeftijd van de gebruiker vastleggen.
3. Rijdt nooit het gras af terwijl andere personen,
vooral kinderen of dieren in de buurt zijn. Denk
eraan dat de bestuurder van de machine of de
gebruiker verantwoordelijk is voor ongelukken
met andere personen of hun eigendom.
4. Mocht u dit gereedschap aan andere personen
doorgeven, gelieve dan deze handleiding mee te
geven.
5. Dit gereedschap is niet bedoeld om door
personen (inclusief kinderen) met een beperkt
fysiek, sensorisch en geestelijk vermogen of
door personen, die niet de nodige ervaring en/of
kennis hebben, te worden gebruikt, tenzij dit
onder toezicht van een persoon gebeurt die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of die hen
aanwijst, hoe het gereedschap moet worden
gebruikt. Op kinderen moet toezicht worden
gehouden om te voorkomen dat ze met het
gereedschap spelen.
Voorbereidende maatregelen
1. Draag bij het maaien steeds vast schoeisel en
een lange broek. Rijdt het gras niet op blote
voeten of in lichte sandalen af.
2. Controleer het terrein waar u de machine wilt
gebruiken en verwijder alle voorwerpen die
kunnen worden gegrepen en weggeslingerd.
3. Waarschuwing: benzine is uiterst ontvlambaar:
- bewaar de benzine enkel in vaten op die ervoor
bedoeld zijn
54
- tank enkel in open lucht en rook niet tijdens het
tanken
- benzine dient er in te worden gegoten voordat u
de motor start. Als de motor draait of als de
maaier warm is mag de tankdop niet worden
opengedraaid of benzine worden bijgevuld.
- Indien benzine overgelopen is, mag u niet
proberen de motor te starten. In plaats daarvan
moet de machine van de verontreiniging door
benzine worden ontdaan. Elke
ontstekingspoging moet worden vermeden tot
de benzinedampen vervluchtigd zijn.
- veiligheidsredenen moeten de benzinetank en
andere tanksluitingen bij beschadiging worden
vervangen
4. Vervang defecte geluidsdempers
5. Voor gebruik dient u zich steeds door een
visuele controle ervan te vergewissen dat de
maaigereedschappen, bevestigingsbouten en de
gehele maai-eenheid niet afgesleten of
beschadigd zijn. Ter voorkoming van onbalans
mogen afgesleten of beschadigde
maaigereedschappen en bevestigingsbouten
enkel per set worden vervangen.
6. Bij gereedschappen met meerdere messen dient
u er rekening mee te houden dat door het
draaien van één mes andere messen kunnen
beginnen draaien.
Bediening
1. Laat de verbrandingsmotor niet in gesloten
ruimten draaien waarin zich gevaarlijk
koolmonoxide kan verzamelen.
2. Maai enkel bij daglicht of bij een goede
kunstmatige verlichting. Indien mogelijk moet het
gebruik van het toestel bij nat gras worden
vermeden.
3. Let steeds op een veilige stand op hellingen.
4. Leidt de machine enkel stappend.
5. Bij machines op wielen geldt de volgende regel:
maai dwars over de helling, nooit op- of
neerwaarts.
6. Wees bijzonder voorzichtig bij het veranderen
van rijrichting op een helling.
7. Maai niet op bovenmatig steile hellingen
8. Wees bijzonder voorzichtig als u de maaier
omdraait of hem naar u toe trekt.
9. Stop het snijmes als de grasmaaier moet worden
gekanteld, bij een transport over andere vlakten
dan gras of als de grasmaaier weg van de te
maaien vlakte of er naartoe moet worden
gebracht.
10. Gebruik de maaier nooit met beschadigde
veiligheidsinrichtingen of beschermende tralies
of zonder aangebouwde veiligheidsinrichtingen,
b.v. stootplaat en / of grasopvanginrichtingen.