6 Installatie
Afb.22
Ingang van de elektrische kabels
42 / 44
1
Afb.23
Ingang van de elektrische kabels
84 / 88 / 168
1
1
36
3. Leid de elektrische voedingskabels door de gaten (1) in de onderzijde
van het apparaat.
4. Sluit de elektrische kabels aan.
4.1. Zorg ervoor dat de fasen in een rechts draaiveld in de
fasevolgorde zijn aangesloten: L1, L2, L3.
Opgelet
Als er geen fasebescherming is geïnstalleerd, zal de compressor
defect raken als de kabels in een onjuiste fasevolgorde worden
bevestigd.
4.2. Bij een verlenging van de sensorkabel moet een afgeschermde
kabel met een doorsnede van ten minste 0,75 mm worden
gebruikt
4.3. Plaats de sensorkabel niet samen met de voedingskabels.
5. Sluit de controllerkabel aan op het apparaat.
5.1. Gebruik één, of indien nodig, meerdere afzonderlijke externe
AD-3001697-01
hoofdschakelaars voor de klemmenkast om het apparaat
volledig van het netwerk te kunnen scheiden.
6. Indien van toepassing sluit u de tracingkabels van de
condensaatafvoer aan.
7. Isoleer de kabels.
Voor meer informatie, zie
Elektrische aansluitingen, pagina 14
AD-3001695-01
2
.
7681853 - v.01 - 17082020