Gebied
Geschikte schoonmaak-
middelen
Rekjes
¡ Warm zeepsop
Toebehoren
¡ Warm zeepsop
¡ Ovenreiniger
11.3 Apparaat schoonmaken
Reinig om beschadiging van het apparaat te voorko-
men het apparaat uitsluitend zoals aangegeven en met
geschikte reinigingsmiddelen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Het apparaat wordt heet tijdens het gebruik.
Het apparaat voor het schoonmaken laten afkoelen.
▶
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen.
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de verwar-
▶
mingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
Vereiste: Houd de aanwijzingen voor het gebruik van
de reinigingsmiddelen aan.
→ "Reinigingsmiddelen", Pagina 13
Het apparaat met heet zeepsop en een schoon-
1.
maakdoekje reinigen.
Voor sommige oppervlakken kunt u alternatieve
‒
reinigingsmiddelen gebruiken.
→ "Geschikte schoonmaakmiddelen", Pagina 13
EcoClean
12 EcoClean
Gebruik regelmatig de reinigingsfunctie EcoClean
dat het reinigingsvermogen van de zelfreinigende op-
pervlakken behouden blijft en er geen schade ontstaat.
De zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte zijn
voorzien van een laagje poreus, mat keramiek en heb-
ben een ruw oppervlak. Wanneer het apparaat in ge-
bruik is, nemen de zelfreinigende oppervlakken vets-
petters van het bakken, braden of grillen op en breken
deze af.
De volgende oppervlakken zijn zelfreinigend:
¡ Achterwand
¡ Plafond
¡ Zijwanden
Aanwijzingen
Bij sterke verontreiniging inweken en een borstel of RVS-spiraal-
spons gebruiken.
Tip: Voor het reinigen de rekjes verwijderen.
→ "Rekjes", Pagina 19
Bij sterke verontreiniging inweken en een borstel of RVS-spiraal-
spons gebruiken.
Geëmailleerde accessoires kunnen in de vaatwasser worden ge-
daan.
Drogen met een zachte doek.
2.
11.4 Zelfreinigende oppervlakken in de
binnenruimte reinigen
Achterwand, plafond en zijwanden van de binnenruimte
zijn zelfreinigend en hebben een ruw oppervlak.
LET OP!
Als de zelfreinigende oppervlakken niet regelmatig wor-
den gereinigd, kan dit leiden tot schade aan de opper-
vlakken.
Als op de zelfreinigende oppervlakken donkere vlek-
▶
ken zichtbaar zijn, de ovenruimte met de reinigings-
functie reinigen.
Als op het display een verzoek tot reiniging ver-
▶
schijnt, de binnenruimte met de reinigingsfunctie rei-
nigen.
Geen ovenreiniger of schurende reinigingsmiddelen
▶
gebruiken. Wanneer er per ongeluk ovenreiniger op
de zelfreinigende oppervlakken terechtkomt, direct
afdeppen met water en een vaatdoekje. Niet wrijven.
Gebruik de reinigingsfunctie.
▶
→ "EcoClean", Pagina 15
zo-
LET OP!
Als de zelfreinigende oppervlakken niet regelmatig wor-
den gereinigd, kan dit leiden tot schade aan de opper-
vlakken.
Als op de zelfreinigende oppervlakken donkere vlek-
▶
ken zichtbaar zijn, de ovenruimte met de reinigings-
functie reinigen.
Als op het display een verzoek tot reiniging ver-
▶
schijnt, de binnenruimte met de reinigingsfunctie rei-
nigen.
Geen ovenreiniger of schurende reinigingsmiddelen
▶
gebruiken. Wanneer er per ongeluk ovenreiniger op
de zelfreinigende oppervlakken terechtkomt, direct
afdeppen met water en een vaatdoekje. Niet wrijven.
12.1 Reinigingsadvies
Het apparaat registreert het type en de duur van de
werking van het apparaat en adviseert indien nodig om
de reinigingsfunctie te gebruiken.
Als bij een uitgeschakeld apparaat op het display
▶
brandt, de reinigingsfunctie zo snel mogelijk gebrui-
ken.
EcoClean nl
15