6 COMP/LIMITER ON/OFF toets
Druk op deze toets om de compressor/limiter aan en uit
te zetten of om andere instellingen te veranderen.
7 TYPE VARIATION toets
Selectie van het type compressor of limiter.
I OVERDRIVE/DISTORTION (p. 26)
8 DRIVE knop
Aanpassing van het oversturingseffect van de overdrive
of distortion.
9 LEVEL knop
Aanpassing van het volume van de overdrive of
distortion.
10 OVERDRIVE/DISTORTION ON/OFF toets
Druk op deze toets om de overdrive/distortion aan en
uit te zetten of om andere instellingen te veranderen.
11 TYPE VARIATION toets
Selectie van het type overdrive of distortion.
I CHORUS (p. 27)
12 LEVEL knop
Aanpassing van het volume van de chorus. Het volume
van de chorus neemt toe, als u de knop naar rechts
draait.
13 CHORUS ON/OFF toets
Druk op deze toets om de chorus aan en uit te zetten of
om andere instellingen te veranderen.
I REV/DLY (p. 27)
(reverb/delay)
14 LEVEL knop
Aanpassing van het volume van de reverb of de delay.
Het volume van de reverb of delay neemt toe, als u de
knop naar rechts draait.
15 REV/DLY ON/OFF toets
Druk op deze toets om de reverb of delay aan en uit te
zetten of om andere instellingen te veranderen.
I PREAMP/SPEAKER (p. 29)
(Preamp/Speaker)
16 TYPE knop
Selectie van het type voorversterker.
17 GAIN knop
Aanpassing van de hoeveelheid versterking door de
voorversterker. Hierdoor verandert het type vervorming,
dat door de voorversterker wordt veroorzaakt.
18 TREBLE/Q knop
Aanpassing van de klankkleur van het hoge register van
de voorversterker. Als de parametrische EQ in werking
is, wordt hiermee de bandwijdte van de EQ aangepast.
19 MIDDLE/FREQ (frequentie) knop
Aanpassing van de klankkleur van het middenregister
van de voorversterker. Als de parametrische EQ in
werking is, wordt hiermee de middenfrequentie van de
EQ ingesteld.
20 BASS/GAIN knop
Aanpassing van de klankkleur van het lage register van
de voorversterker. Als de parametrische EQ in werking
is, wordt hiermee de hoeveelheid versterking van de EQ
ingesteld.
21 LEVEL/TOTAL (totale versterking) knop
Aanpassing van het totaal volume van de voorversterker.
Als de parametrische EQ in werking is, wordt hiermee de
hoeveelheid versterking van de totale EQ ingesteld.
22 SPEAKER knop
Selectie van het speakertype.
23 PREAMP ON/OFF toets
Druk op deze toets om de voorversterker aan en uit te
zetten of om andere instellingen te veranderen.
24 3 BAND PARAMETRIC EQ ON/OFF toets
Aan- en uitschakeling van de 3-bands parametrische EQ.
25 SELECT toets
Selectie van de band voor de 3-bands parametrische EQ.
26 SPEAKER ON/OFF toets
Druk op deze toets om de speakers aan en uit te zetten,
en om andere instellingen te veranderen.
Paneelbeschrijving
9