Hoofdstuk 1 Klanken uitproberen
Aansluitingen maken
* Zet altijd het volume en de stroom op alle apparaten uit, voordat u een aansluiting gaat maken. Op deze manier voorkomt u een defect en/
of beschadiging van de speakers of andere apparatuur.
* Zet het volume op de versterker pas open, nadat u de stroom op alle aangesloten apparatuur hebt aangezet.
* Maakt u gebruik van een mono uitgangssignaal, sluit het snoer dan alleen op de OUTPUT L (MONO) jack aan.
* Gebruik alleen de aangegeven expressiepedalen (de optionele Roland EV-5, Roland FV-300L of PCS-33). Het gebruik van producten van
een andere fabrikant kan een beschadiging van het apparaat veroorzaken.
fig.01-01
Basversterker
* Om een onderbreking van de stroom op uw apparaat te
voorkomen (als het adaptersnoer per ongeluk wordt
uitgetrokken) en om onnodige druk op de adapterjack te
voorkomen, kunt u het adaptersnoer het beste, zoals getoond in
onderstaande illustratie, met de snoerhaak verankeren.
fig.01-02
12
Basgitaar
koptelefoon
Adapter
Stereo
(BRC serie)
Mengtafel
* De toewijzing van de pinnen in de OUTPUT (XLR)
aansluitingen wordt hieronder getoond. Voordat u een
aansluiting maakt, dient u te controleren dat deze indeling van
de pinnen voor al uw andere apparatuur geschikt is.
fig.01-50
Voor meer informatie over het gebruik van de uitgang
(XLR) aansluitingen, zie p. 55.
* Als u een expressiepedaal op de SUB EXP PEDAL/SUB CTL
1,2 jack heeft aangesloten, dient u de minimale volume waarde
voor een expressiepedaal op "MIN" te zetten.
EV-5
FV-300L
etc.
FS-5U
FS-5L
etc.
1: GND
2: HOT
3: COLD