I VIB: Vibrato
Het vibrato effect ontstaat door een lichte modulatie van de
toonhoogte.
Parameter
Waarde
Rate
0–100, BPM
Depth
0–100
Trigger
Off, On
Rise Time
0–100
Rate
Hiermee past u de periode van de vibrato aan.
* Als deze op BPM staat, wordt de waarde van elke parameter
ingesteld volgens de waarde van Master BPM (p. 44) van de
betreffende Patch. Zo kunt u eenvoudig effectinstellingen ver-
krijgen, die overeenkomen met het tempo van een liedje (als het
ingestelde tempo wordt verhoogd, synchroniseert het tempo
met de helft of een kwart van de BPM). Druk op PARAME-
TER [
] om het Master BPM scherm op te roepen, voor
het instellen van de BPM.
Depth
Hiermee past u de diepte van de vibrato aan.
Trigger
U zet de vibrato aan en uit met de voetschakelaar.
* Bij deze parameter wordt er vanuitgegaan, dat de trigger
alleen met de voetschakelaar kan worden aangezet als deze het
vibrato effect veroorzaakt. Gebruik deze door hem aan het CTL
pedaal of een andere regelaar toe te wijzen (p. 46).
Rise Time
Hiermee stelt u in, hoe lang het duurt vanaf het moment dat
de trigger wordt aangezet tot het moment dat het vibrato
effect wordt verkregen.
I HMN: Humanizer
Dit effect verandert de klank van de basgitaar in een klank,
die lijkt op de menselijke stem. Als u dit effect aanbrengt,
nadat u de klank met OD/DIST heeft vervormd, wordt het
effect nog sterker.
Meer informatie over de volgorde, waarin u effecten kunt
schakelen op p. 22.
Parameter
Waarde
Mode
1 Shot, Auto, Random
Vowel1
a, e, i, o, u
Vowel2
a, e, i, o, u
Trigger
On off
Sensitivity
0–100
Rate
0–100, BPM
Depth
0–100
Manual
0–100
Level
0–100
–BPM
Mode= 1 Shot, Auto
Mode= 1 Shot, Auto
–BPM
Hoofdstuk 4 Uitleg van de effecten
Mode
Hiermee stelt u de mode in voor het wisselen van klinkers.
1 Shot:
Bij elke aanslag van een snaar verandert de klank één keer
van Vowel 1 in Vowel 2 (klinkerklanken). De benodigde tijd
voor de verandering kunt u met Rate instellen.
Auto:
De verandering van klank tussen de twee klinkers (Vowel 1
en Vowel 2) wordt herhaald.
Random:
Vijf klinkers (a, e, i, o, u) worden willekeurig verwisseld.
Vowel 1
(met 1 Shot en Auto)
Selectie van de eerste klinker.
fig.04-05
Vowel 2
(met 1 Shot en Auto)
Selectie van de tweede klinker.
Trigger
(met Auto en Random)
Hiermee selecteert u of de verandering van klank, wel of niet
tegelijk begint met de aanslag van een snaar.
Je zou kunnen zeggen, dat de trigger altijd aanstaat als "1
Shot" is geselecteerd.
Sens
Hiermee stelt u de gevoeligheid van de trigger in. Als deze
gevoeligheid laag is ingesteld, wordt de trigger alleen geacti-
veerd als de snaren hard worden aangeslagen en niet als de
snaren zacht worden aangeslagen.
Rate
Hiermee kunt u instellen, hoe snel de verandering van klin-
ker plaatsvindt.
* Als deze op BPM staat, wordt de waarde van elke parameter
ingesteld volgens de waarde van Master BPM (p. 44) van de
betreffende Patch. Zo kunt u eenvoudig effectinstellingen ver-
krijgen, die overeenkomen met het tempo van een liedje (als het
ingestelde tempo wordt verhoogd, synchroniseert het tempo
met de helft of een kwart van de BPM). Druk op PARAME-
TER [
] om het Master BPM scherm op te roepen, voor
het instellen van de BPM.
Depth
Aanpassing van de diepte. De overgang tussen de klinkers
wordt duidelijker naarmate de waarde wordt verhoogd.
Vowel 1
Vowel 2
41