Inbedrijfname
E
21
Voorbeeld: driehoekig overstortschot
E
Leeginregeling (= nulpunt)
D
Afstand
L
Niveau
8.10
Configureren Parameter "Frequentie"
De Parameter Frequentie wordt gebruikt om land- of regiospecifieke instellingen van het
radarsignaal in te stellen.
De Parameter Frequentie moet worden geconfigureerd aan het begin van de
inbedrijfname in het bedieningsmenu via de passende bedieningstool.
Applicatie → Sensor → Advanced settings → Frequentie
Bedrijfsfrequentie 80 GHz:
• Optie Mode 2: continent Europa, USA, Australië, Nieuw-Zeeland, Canada, Brazilië, Japan,
Zuid-Korea, Taiwan, Thailand
• Optie Mode 3: Rusland, Kazakhstan
• Optie Mode 4: Mexico
• Optie Mode 5: India, Maleisië, Zuid Afrika, Indonesië
De metrologische eigenschappen kunnen variëren, afhankelijk van de ingestelde modus.
De gespecificeerde metrologische eigenschappen hebben betrekken op het instrument in
de uitvoering geleverd aan de klant (Optie Mode 2).
8.11
Submenu "Simulatie"
Procesvariabelen en diagnose-events kunnen met de Submenu Simulatie worden
gesimuleerd.
Navigatie: Diagnose → Simulatie
Tijdens de simulatie van de schakeluitgang of de stroomuitgang, geeft het instrument een
waarschuwingsmelding gedurende de simulatie.
30
D
L
Micropilot FMR20B HART
A0055825
Endress+Hauser