Nederlands
NL
5. Meten van de bloeddruk
10 gouden regels voor het meten van uw bloeddruk
Bij het meten van de bloeddruk spelen vele factoren een rol. Als u zich aan deze tien algemene regels houdt, krijgt u een juiste meting.
1. Neem voorafgaand aan de meting ca.
5 minuten rust. Zelfs werken aan een
bureau leidt tot een stijging van de
bloeddruk met gemiddeld ca. 6 mmHg
systolisch en 5 mmHg diastolisch.
3. Meet niet als u aandrang tot plassen
hebt. Door een volle blaas kan de bloed-
druk met ca. 10 mmHg stijgen.
5. Houd bij gebruik van een polsbloeddruk-
meter de manchet tijdens het meten ter
hoogte van uw hart. De geïntegreerde
positiecontrole helpt u de juiste positie te
vinden. Bij gebruik van een bovenarm-
bloeddrukmeter bevindt de manchet om
de arm zich automatisch op de juiste
hoogte.
2. Gebruik gedurende een uur vooraf-
gaand aan het meten geen nicotine of
koffie.
4. Leg de manchet rond een blote pols en
meet de bloeddruk terwijl u rechtop zit.
6. Praat en beweeg niet tijdens het meten.
Praten leidt tot een stijging van de bloed-
druk met ca. 6–7 mmHg.
72