6.2
Reiniging
OPGELET!
Gebruik nooit heet water om het apparaat te reinigen
1. Het apparaat moet regelmatig schoongemaakt worden, minstens eenmaal per
week en na handmatige ontdooiing.
2. Verwijder alle objecten uit het apparaat en bewaar ze gedurende deze tijd in
een koele ruimte.
3. Haal de planchetten uit het apparaat.
4. De planchetten met een mild reinigingsmiddel en een zacht doekje of sponsje
onder warm water reinigen.
5. Veeg de geleiders en de binnen- en buitenoppervlakken van het apparaat
grondig schoon met een zachte, vochtige doek. Als het nodig is, een mild
reinigingsmiddel gebruiken.
6. Veeg de gereinigde oppervlakken schoon met een in schoon water bevochtigde
doek.
7. Tot slot moeten alle gewassen oppervlakken grondig worden gedroogd.
8. De binnenkant van het apparaat moet regelmatig (eenmaal per maand) worden
NL
schoongeveegd met een ontsmettingsmiddel dat is goedgekeurd voor contact
met voedsel.
9. Maak de deur en de -afdichting(en) van het apparaat regelmatig schoon met
een zachte, vochtige doek en een mild schoonmaakmiddel. Droog ten slotte de
deur en de deurafdichting(en) goed af.
10. Na het schoonmaken moet u de deur van het apparaat open laten staan, zodat
het apparaat volledig kan drogen.
11. Als het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, maak het dan
schoon zoals hierboven beschreven. Laat het apparaat open om te voorkomen
dat er binnenin geuren ontstaan.
6.3
Onderhoud
Regelmatig onderhoud is vereist om de beste prestaties te behouden en een veilige
werking van het apparaat te garanderen.
De gebruiker kan het volgende onderhoud zelf uitvoeren:
– controle van de algemene staat van het apparaat;
– regelmatige controle van de elektrische voedingskabel
– dagelijkse visuele controle van de veiligheidscomponenten (bijv. correcte
werking van eventuele veiligheidsmicroschakelaars);
24 / 28
Reiniging en onderhoud
700900