2.2.2 Ophangen Remeha Avanta
Aan de achterzijde van de mantel bevinden zich twee ophan-
gogen, zodat de ketel direct aan de wand kan worden beves-
tigd.
Hang de ketel als volgt op:
• Bepaal de positie van de twee bevestigingsgaten; zorg
ervoor dat deze waterpas liggen.
• Boor de gaten (Ø 8 mm).
• Plaats de pluggen (Ø 8 mm).
• Schroef de bouten (Ø 6 mm) in de pluggen.
• Draai de ophangogen van de ketel naar boven.
• Hang de ketel op aan de bouten.
• Draai de bouten vast.
59957LTNLW6H007
• De ketel moet waterpas hangen!
• Om de ketel en aansluitingen tijdens ophangwerkzaam-
heden te beschermen tegen vervuiling door bouwstof,
dienen RGA- en LTV-aansluitpunten te worden afgedekt.
Verwijder deze afdekking pas bij montage van de betreffende
aansluitingen.
2.2.3 Montage in badruimten
De Remeha Avanta valt onder de elektrische beschermings-
graad IP X4D (= spatwaterdicht). Dit houdt in dat de ketel in
badruimten mag worden geplaatst volgens de Zone-indeling
van badruimten volgens AREI.
• Sluit in dit geval de 230 V voeding als vaste aansluiting aan.
• Sluit een luchttoevoerleiding op de ketel aan.
Bij vaste aansluiting dient altijd voor de ketel een al-polige
hoofdschakelaar te worden aangebracht met een contact-
opening van tenminste 3 mm (EN 60335-1, art. 7.12.2.).
2.3 Waterzijdig aansluiten
2.3.1 Waterdoorstroming
De modulerende regeling van de Remeha Avanta begrenst het
maximale temperatuurverschil tussen aanvoer en retour van
het water en de maximale stijgsnelheid van de aanvoertempe-
ratuur. Hierdoor is de ketel nagenoeg ongevoelig voor te kleine
waterdoorstroming.
In alle gevallen moet echter een minimale waterdoorstroming
van 0,1 m
3
Voor installaties met alleen thermostaatkranen, zie par. 2.3.9.
8
Remeha Avanta
/h worden aangehouden.