Drone
De Mavic Mini bestaat uit een vluchtcontroller, een video-downlinksysteem, een zichtsysteem, een
voortstuwingssysteem en een Intelligent Flight Battery. Raadpleeg de schematische weergave van de
drone in het hoofdstuk Schematische weergave van het product.
Vliegstanden
Mavic Mini heeft drie vliegstanden, plus een vierde vliegstand waarnaar de drone in bepaalde situaties
overschakelt:
Positiestand: De positiestand werkt het best wanneer het GPS-signaal sterk is. De drone gebruikt GPS
en het zichtsysteem om zichzelf automatisch te stabiliseren. Intelligent Flight Mode is in deze stand
ingeschakeld. Wanneer het systeem voor neerwaarts zicht is ingeschakeld en de lichtomstandigheden
voldoende zijn, dan is de maximale hoek van de vluchthoogte 20° en de maximale vliegsnelheid 8 m/s.
De drone schakelt automatisch over naar de hoogtestand (ATTI) wanneer de zichtsystemen niet
beschikbaar of uitgeschakeld zijn en het GPS-signaal zwak is of het kompas storing ondervindt.
Wanneer het zichtsysteem niet beschikbaar is, kan de drone zichzelf niet positioneren of automatisch
remmen, wat het risico op mogelijke gevaren tijdens het vliegen verhoogt. In de hoogtestand (ATTI)
wordt de drone mogelijk gemakkelijker beïnvloed door zijn omgeving. Omgevingsfactoren, zoals wind,
kunnen leiden tot horizontale kanteling, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, vooral wanneer
in krappe ruimtes wordt gevlogen.
Sportstand: In de Sportstand gebruikt de drone GPS en het zichtsysteem voor positionering. De
respons van de drone in de Sportstand is afgestemd op een optimale wendbaarheid en snelheid, zodat
de drone effectiever reageert op bewegingen van de joystick. De maximale vliegsnelheid is 13 m/s, de
maximale stijgsnelheid is 4 m/s en de maximale daalsnelheid is 3 m/s.
CineSmooth-stand: De CineSmooth-stand is gebaseerd op de Positiestand en de vliegsnelheid is
beperkt, waardoor de drone stabieler wordt tijdens het fotograferen. De maximale vliegsnelheid is 4 m/s,
de maximale stijgsnelheid is 1,5 m/s en de maximale daalsnelheid is 1 m/s.
De maximale snelheid en de remafstand van de drone zijn respectievelijk aanzienlijk hoger en groter
in de Sportstand. Onder windloze omstandigheden is een minimale remafstand van 30 meter vereist.
De daalsnelheid is aanzienlijk groter in de Sportstand. Onder windloze omstandigheden is een
minimale remafstand van 10 meter vereist.
De respons van de drone is in de Sportstand aanzienlijk groter, wat betekent dat een kleine
beweging van de joystick op de afstandsbediening zich vertaalt in een grote reisafstand van de
drone. Wees tijdens de vlucht oplettend en houd een toereikende manoeuvreerruimte aan.
©
2019 DJI. Alle rechten voorbehouden.
11