Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruiksaanwijzing; De Hoogte Van De Groomer Instellen - Toro Reelmaster 3550 Series Gebruikershandleiding

Rechter/linker groomerset
Verberg thumbnails Zie ook voor Reelmaster 3550 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing

Groomen wordt bovengronds uitgevoerd in de graslaag.
Groomen stimuleert verticale groei van gras, vermindert
vleugvorming en snijdt uitlopers door, waardoor een dichtere
grasmat ontstaat. Groomen zorgt voor een uniformere en
dichter begroeid speeloppervlak, zodat de golfbal sneller en
nauwkeuriger beweegt.
Verticuteren is een wat agressievere cultiveringstechniek voor
het verwijderen van gazonvilt door dóór de graslaag en in de
viltlaag te snijden. Groomen mag niet als vervanging voor
verticuteren worden beschouwd. Verticuteren is normaal
gesproken een rigoreuzere en periodieke behandeling die het
speeloppervlak tijdelijk kan beschadigen, terwijl groomen
een routinematige en zachtaardigere behandeling is die is
ontworpen voor het verzorgen van de grasmat.
Figuur 21
1. Uitlopers (stolonen)
Borstels voor grooming zijn een recente ontwikkeling en zijn
ontworpen om, wanneer ze zijn ingesteld om de graslaag licht
te raken, minder schadelijk te zijn dan traditionele messen.
Borstelen is beter voor de ultra-dwergvariëteiten, omdat deze
grassoorten een enigszins verticaler groeipatroon hebben
en minder goed voor een dichte begroeiing zorgen dan bij
horizontale groei. Borstel kunnen het bladweefsel echter
beschadigen als deze zo zijn ingesteld dat ze te diep door de
graslaag dringen.
Groomen lijkt op verticuteren doordat hierbij uitlopers
worden doorgesneden. Anders dan bij verticuteren of
ontvilten mogen de messen van de groomer nooit de
grond binnendringen. De messen van de groomer zijn
dichter bij elkaar geplaatst en worden vaker gebruikt dan
verticuteermessen zodat zij effectiever zijn bij het doorsnijden
van uitlopers en het verwijderen van gazonvilt.
Aangezien grooming het bladweefsel enigszins beschadigd,
moet het tijdens stressvolle periodes worden vermeden.
Speciale grassoorten voor koele seizoenen, zoals fioringras en
blauwgras, mogen niet worden behandeld gedurende periodes
met hoge temperaturen (en hoge luchtvochtigheid) in hartje
zomer.
Het is moeilijk specifieke aanbevelingen over het gebruik
van de messenkooi van de groomer te doen, omdat de
behandelresultaten afhankelijk zijn van zo veel verschillende
factoren.
De tijd van het jaar (d.w.z. het groeiseizoen) en het
weerpatroon
De algemene conditie van elke fairway
2. Gazonvilt
De frequentie van het groomen/maaien – zowel het
aantal maaibeurten per week en het aantal werkgangen
per maaibeurt
De maaihoogte-instelling van de belangrijkste messenkooi
De hoogte/diepte-instelling van de messenkooi van de
groomer
Hoe lang de messenkooi van de groomer in gebruik is
geweest
De soort gras
Het algemene onderhoudsprogramma (d.w.z. beregening,
bemesting, spuiten, beluchting, overzaaien, etc.)
Hoe vaak de fairway wordt betreden
Stressvolle periodes (d.w.z. hoge temperaturen, hoge
luchtvochtigheid, ongebruikelijk intensieve betreding van
de grasmat)
Deze factoren kunnen per golfbaan verschillen. Het is
daarom belangrijk de fairways regelmatig te inspecteren
en de groominggebruiken in overeenstemming met de
behoefte te variëren.
Opmerking: Bij gebruik van een groomer dient de
gewoonte om de maairichting te veranderen telkens als de
fairway wordt gemaaid, te worden voortgezet. Hierdoor zal
het effect van het groomen worden verbeterd.
Opmerking: De groomermessenkooi op een onjuiste of te
agressieve manier gebruiken (te diep of te frequent groomen)
kan het gras onnodig belasten en zwaar beschadigen. Gebruik
de groomer voorzichtig.
Opmerking: Laat de groomer zoveel mogelijk in een rechte
lijn werken. Wees voorzichtig als u de groomer tijdens het
gebruik draait.
De hoogte van de groomer
instellen
1. Parkeer de machine op een schoon en horizontaal
oppervlak, laat de maaidekken volledig tot op de grond
neer, zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en
haal het sleuteltje uit het contact.
2. Zorg dat de rollen schoon zijn en het maaidek
op de gewenste maaihoogte staat; raadpleeg de
Gebruikershandleiding van het maaidek.
3. Zet de snelhendels (Figuur 22) in de ingeschakelde
stand (de hendel wijst naar de voorkant van het
maaidek). Gebruik de tabel met het aanbevolen
bereik van de maaihoogte en de groomer-hoogte
om de hoogtelat in te stellen.
4. Meet aan één kant van de messenkooi van de
groomer de afstand tussen het laagste uiteinde van
het groomer-mes en het werkoppervlak (Figuur 22).
Draai aan de instelknop voor de hoogte (Figuur 22)
om het groomer-mes hoger of lager op de gewenste
maaihoogte te zetten.
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0391403915

Inhoudsopgave