Servicemenu
T
/°C
0
60
50
40
4
30
20
8
10
12
14
Afb. 8
Verloop van de chapedroging met de fabrieksinstellingen in de
afkoelfase
Legenda voor afb. 7 en afb. 8:
T
Aanvoertemperatuur
0
t
Tijd (in dagen)
Menupunt
Beschrijving
Drogen afwerk-
Ja: de voor de chapedroging noodzakelijke instellin-
vloer
gen worden getoond.
Nee: de chapedroging is niet actief en de instellingen
worden niet getoond (basisinstelling).
Wachttijd voor
Fase overslaan: het programma voor de chapedro-
start
ging start onmiddellijk voor de gekozen cv-circuits.
[1 ... 50] dagen: het programma voor de chapedro-
ging start na de ingestelde wachttijd. De gekozen cv-
circuits zijn tijdens de wachttijd uitgeschakeld, de
vorstbeveiliging is actief ( afb. 7, tijd voor dag 0)
Startfase duur
Fase overslaan: geen startfase.
[1 ... 3 ... 30] dagen: instelling voor de tijdsafstand
tussen begin van de startfase en de volgende fase.
Startfase tempe-
[20 ... 25 ... 55] °C: aanvoertemperatuur tijdens de
ratuur
startfase.
Opwarmfase
Fase overslaan: er vindt geen opwarmfase plaats.
stapgrootte
[1 ... 10] dagen: instelling voor het tijdsinterval tus-
sen de stappen (stapgrootte) in de opwarmfase.
Temp.versch. in
[1 ... 5 ... 35] K: temperatuurverschil tussen de
opwarmf.
stappen in de opwarmfase.
Duur aanhoudfa-
[1 ... 7 ... 99] dagen: tijdsinterval tussen begin van
se
de houdfase (houdtijd van de maximumtemperatuur
bij de chapedroging) en de volgende fase.
Aanhoudfase
[20 ... 55] °C: aanvoertemperatuur tijdens de houd-
temperatuur
fase (maximale temperatuur).
Afkoelfase stap-
Fase overslaan: er vindt geen afkoelfase plaats.
grootte
[1 ... 10] dagen: instelling voor het tijdsinterval tus-
sen de stappen (stapgrootte) in de afkoelfase.
Temp.versch. in
[1 ... 5 ... 35] K: temperatuurverschil tussen de
afkoelf.
stappen in de afkoelfase.
Eindfase duur
Fase overslaan: er vindt geen eindfase plaats.
Continu: er is geen eindtijdstip voor de eindfase
vastgelegd.
[1 ... 30] dagen: instelling van de tijdsafstand tus-
sen begin van de eindfase (laatste temperatuurstap)
en het einde van het programma voor de chapedro-
ging.
Temperatuur
[20 ... 25 ... 55] °C: aanvoertemperatuur tijdens de
eindfase
eindfase.
12
5
6
7
t/d
16
18
20
22
0010021149-001
Menupunt
Beschrijving
Max.onderbr.z.
[2 ... 12 ... 24] h: maximale duur van een onderbre-
storing
king van de chapedroging (bijvoorbeeld door stop-
pen van de chapedroging of stroomuitval) tot een
storingsmelding wordt gegeven.
Dr.afwerkv. in-
Ja: de chapedroging is voor alle cv-circuits van de in-
stallatie
stallatie actief.
Opmerking: afzonderlijke cv-circuits kunnen niet
worden gekozen. Warmwaterbereiding is niet moge-
lijk. De weergave van menu's en de menupunten met
instellingen voor warm water zijn onderdrukt.
Nee: chapedroging is niet actief voor alle cv-circuits.
Opmerking: afzonderlijke cv-circuits kunnen wor-
den gekozen, warmwaterbereiding is mogelijk. De
menu's en de menupunten met instellingen voor
warm water zijn beschikbaar.
Drogen afwerk-
Ja | Nee: instelling of het drogen van de afwerkvloer
vloer cv-groep 1
wel of niet actief is in het gekozen cv-circuit.
...
Stop
Ja | Nee: instelling, of de chapedroging tijdelijk ge-
stopt moet worden. Wanneer de maximale onder-
brekingsduur wordt overschreden verschijnt een
storingsmelding.
Tabel 9 Instellingen in menu Drogen afwerkvloer (afb. 7 en 8 tonen de
fabrieksinstelling van het programma voor de chapedroging)
4.1.8
Menu: Warm water
In dit menu worden de instellingen voor warm water uitgevoerd. Deze in-
stellingen zijn alleen beschikbaar, wanneer het systeem is ontworpen en
geconfigureerd zoals hier beschreven en de eenheid deze instelling on-
dersteunt.
Voer de thermische desinfectie regelmatig uit om ziekteverwekkers te
doden (bijvoorbeeld legionella). Speciale wettelijke voorschriften kun-
nen van toepassing zijn voor wat betreft de thermische desinfectie van
grote warmwatersystemen.
De warmwatermodus is actief in de uitleveringstoestand.
▶ Wanneer geen warmwaterinstallatie is geïnstalleerd, moet het warm-
waterbedrijf bij de inbedrijfname worden uitgeschakeld.
De instelbereiken en fabrieksinstellingen voor warm water zijn afhanke-
lijk van de geïnstalleerde combinatie warmtepomp en binneneenheid en
daarom hier niet gespecificeerd.
▶ Controleer het bijbehorende handboek van de binneneenheid voor
het bereik en de fabrieksinstellingen.
Wanneer een temperatuursensor (TW1) is geïnstalleerd in de boiler,
treedt een vraag naar warmwatervoorziening op zodra de gemeten tem-
peratuur aan TW1 afneemt tot onder de ingestelde starttemperatuur.
Wanneer een tweede temperatuursensor (TW2) is geïnstalleerd boven
in de boiler voor comfortdoeleinden, treedt de vraag naar warmwater-
voorziening ook op zodra de temperatuur aan TW2 afneemt tot een
waarde boven de ingestelde starttemperatuur.
Gedurende de inbedrijfname, kunnen verschillende opties worden ge-
kozen voor de warmwaterbereiding, Nt geïnstalleerd | Warmtepomp |
Drinkwater
UI 800 – 6721880006 (2024/03)