Aanwezigheidsmelder thePassa P360 KNX
Parameternaam
Waarden
Nalooptijd licht
Nalooptijd licht via bus
instellen
Energiebesparingsmodus
Korte aanwezigheid
Keuze lichtsterkte-
schakelwaarde/gewenste
lichtsterkte
Alternatieve lichtsterkte-
schakelwaarde/gewenste
lichtsterkte
Alt. lichtsterkte-scha-
kelwaarde/gewenste lichts-
terkte via bus instellen
11-2018© Theben AG
Betekenis
30 s – 60 min
De nalooptijd kan tussen 30 seconden en 60 minuten worden ingesteld. Bij elke herkende
beweging wordt de nalooptijd opnieuw gestart.
10 min
De nalooptijd past zich zelflerend aan het gebruikersgedrag aan. Deze kan automatisch
tot max. 30 minuten worden verhoogd resp. weer tot de ingestelde minimumtijd worden
verlaagd. De nalooptijd verandert niet zelflerend bij een instelling <=2 minuten of >=30 mi-
nuten of als < Energiebesparingsmodus> op "ECO plus" is ingesteld.
De nalooptijd geldt voor alle kanalen licht C1, C2 gezamenlijk.
Ja
De nalooptijd kan via de bus worden ingesteld. Busobject 27 is beschikbaar.
Nee
De nalooptijd kan alleen met de afstandsbediening worden ingesteld.
ECO
Als u "ECO" selecteert, wordt de aanwezigheidsmelder optimaal geschakeld. De naloop-
tijd past zich zelflerend aan het gebruikersgedrag aan. De ingestelde waarde wordt niet
onderschreden.
De keuze "ECO plus" leidt tot maximale energiebesparing. De ingestelde nalooptijd blijft
ECO plus
ongewijzigd, geen zelflerend effect. De regelsnelheid wordt verhoogd.
Bij het kortdurend betreden van een ruimte kan de nalooptijd kanaal licht vroegtijdig worden
beëindigd. (Bij bedieningswijze Volautomatisch en Halfautomatisch)
Inactief De nalooptijd wordt volgens de ingestelde parameter toegepast.
Actief Als een niet-bezette ruimte wordt betreden en slechts gedurende maximaal 30 seconden
bezet is, wordt het licht na 2 minuten vroegtijdig uitgeschakeld.
De korte aanwezigheid wordt ook toegepast als het licht met een toets wordt ingeschakeld.
Inactief Er is slechts één lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte (basis) beschikbaar.
Actief Een tweede, alternatieve gewenste lichtsterke kan worden geparametreerd. Tijdens het
bedrijf kan tussen deze beide gewenste lichtsterktes worden omgeschakeld.
Busobject 22 is zichtbaar en kan worden gebruikt.
- Bij een AAN-telegram naar het betreffende busobject wordt op de alternatieve gewens-
te lichtsterkte omgeschakeld.
- Bij een UIT-telegram wordt naar de oorspronkelijke waarde teruggeschakeld. Dit geldt
zowel voor schakelen als voor de constante lichtregeling.
Voorbeeld: realisering van een dag- en nachtregeling met twee verschillende lichtsterktes.
De parameter is zichtbaar als <Keuze lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte>
actief is.
Met busobject 22 kan tijdens het bedrijf tussen de lichtsterkte-schakelwaarden/gewenste
lichtsterktes worden omgeschakeld.
10–3000 lx
De alternatieve lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte kan stapsgewijs tussen
10–3000 lx worden ingesteld.Standaardwaarde
100 lx
Opmerking: Past de alternatieve lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte niet bij
de momenteel ingestelde ruimtecorrectiefactor (zie instelgrens), dan wordt de alternatieve
lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte automatisch op de betreffende grenswaar-
de ingesteld.
Meting UIT De aanwezigheidsmelder is alleen afhankelijk van aanwezigheid. (alleen bij de functie
"Licht schakelen" mogelijk)
Parameter alleen beschikbaar als bij <Keuze lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtster-
kte> "actief" werd geselecteerd.
Ja Busobject 6 is zichtbaar en kan worden gebruikt.
Nee Busobject 6 is niet beschikbaar.
Opmerking: De lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte kan altijd met de afstands-
bediening worden ingesteld.
Pagina 21
Technische wijzigingen en drukfouten voorbehouden.